Transcriptie
b:
o
Van Amboina onder dato 29:en Septb=r A:o 1707. —
quantiteijt van 183975 lb: off bhaaren 334 3/30 bevonden
gestuwt te zijn, waar meede het selve volgens berigt
der scheeps overheden volladen was.
Om uEd:e Hoog Agtb:e nu te vertoonen, waar inne
’t restant van dik gem: specerijen ten Compt=re Hila
voorsz: is bestaande sullen wij nog maal aanhaalen,
den hier vooren aangeweesen geheelen ontfang
lb:o 193198 of bhaaren 151 1/550
van
en daar van aftrekken het wegge„
„voerde door ’t schip slooten ter
25
„ 183975 . . „ . . . 334 9/550.
quantiteijt van
—
lb:r 9223 of bhaar: 16.
31/50.
sulx d:o restant bestaat in.
geborgen in ’t ordinarie pakhuijs. —
Volgens het hier vooren vertoonde, onse Commissie ten
eijnde gebragt zijnde, hebben wij op den 6:e Maij de te
rug reijse ondernoomen, en zijn op heden behouden alhier
verscheenen, sulx wij ons (in hoope dat uwel Ed:e Agtb:e
in al het selve behaagen sal scheppen) met alle eer„
biedigheijd sullen onderteijkenen te zijn (onderstond) wel
Ed:e Hoog Agtb:r Heer VE wel Ed:e Agtb:r Gehoorsaame
en Onderdanige Dienaaren (was geteekent) P:s Mar„
„tinus van Steijn, en Jsaac Metsler (in margine) Hila
ter Forteresse Amsterdam den 6:e Maij A:o 1707. —
Rapport