Transcriptie
481
Van Amboina onder dato 8:e Octb: 170.
nietigheijd van dit gansch slegt en voor u Hoog Ed:s onwaar„
„dig geschenk, maar dat in tegendeel u Hoog Ed:s gunstig„
sijl gelieven in te sien de opregte genegentheijd, en wille,
waar meede het u Hoog Ed:s werd toegesonden
Eerders koomen uHoog Ed:s nietige onderdaanen nog„
maals u Hoog Ed:s onverdiende gunst afbiddendat haar
„lieden (op deselve voet, als aan de Hitoe-eesen door h
Hoog Ed:s is geaccordeert geworden) door u Hoog Ed:s
goed gunstigheijd mogte werden toegestaan, omme
meede de xulase Eijlanden te moogen bewaaren tot
in coop of inruijling van slaaven, door welke on„
„verdiende weldadigheijd, u Hoog Ed:s ondergeschreeve
onderdaanen, meer en meer sullen werden aange„
„set, om haare getrouwigheijd en onderdanigheijd van
de E. Comp: te doen uijtblinken
Daar na den zeegen des almogenden afgebeeden.
hebbende, over u Hoog Ed:s doorlugtige persoonen
en swaarwigtige regeering, en dat deselve mag zijn
tot troost der onderdaanen en Condgenooten, mitsgs: vrees
en schrik voor de vijanden, sullen wij in alle schul„
„dige nedrigheijd, met diep respect verblijpen. Hoog Ed:e
Erntfeste, wel Wijse, voorsienige en seer Gereuse
Heeren
B