Transcriptie
51
Van Amboina onder dato 8:e Octob: A:o 1707. —
groote elende en moeijte de interest penn: betaalt.
hebbende den Supp:t door parkedens deaagen dan
vierhondert Rd:s bij den anderen gekregen, heeft hij deselve
naar Eikgen: Ed:e H:r Coijet gebragt, en in sijn Ed:s
wooning sijn Ed:le toegetelt, wanneer den supp:t versogt
dat desselfs vader Joannes Pakkerbessij voorn:t
volgens sijn Ed:e belofte, mogte los gelaaten werden,
maar dit versoek, wa vergeefs, want de Ed:le H:r jegens
den supp:t zeijde nu moet gij ook eert den fiscaal
de boete en onkosten betaalen, ’t welk den supp:t om
sijnen vader van schande te bevrijden (soo hij supp:t meen,
„de) niet betraande oogen al meede volbrengen moest,
en alsoo den supp:t door het betaalen van de vierhon„
„dert Rd:s voorn:t geheel en al van gelt ontblood was,
heeft hij sijn toevlugt tot sijn oom de Radja van kielang
Domingos Queljo genoomen, dewelke ook den supp:t
niet willende in nood laaten heeft aan den als doen
provisieoneel fiscaal S=r Jooft van Costenobel eeni„
„ge goudwerken verpand, en dat voor en om een somma
van Tweehondert en dertig Rd:s, zijnde soo veel als de
boete, en de proces onkosten, die door des supp:ts va„
„der moesten voldaan werden, monteeren (volgens
quitantie van den Secret=s Ernst Crauwel zal=r hier
nevens te vertoonen) moetende den Iupp:t of Radja Kilang
voorn:t