Transcriptie
Nod:o 179
53
Van Amboina onder dato 8„e Octob:r 1707.
uwel Ed:e belofte niet over een wanneer hij H:r Coijet
wederom seijde, uwen vader sal haast weeder hier zijn,
egter quam daar van geen gevolg, waarom dan den
supp:t na verloop van meer dan gesz: ses maanden om
sijn meergesz: versoek te vernieuwen sig weder na de Ed:e
H:r Coijet begaf krijgende als doen tot antwoord, soo
wanneer den fiscaal s:r Jacob Cloek sal van hier
vertrokken zijn, of dat ik Batavia waarts vaart
sal uwen vader van Poero hier weder koomen. —:
Deese woorden sijn al meede, met waarhoijd niet agter„
„volgt, want den fiscaal I:r Cloek na Batavia ge„
„stevend zijnde, heeft den sup:t vader evenwel op
Poero in ballingschap moeten blijven en wel soo
lange tot den draad sijnes levens, gelijk reeds boven
verhaald is, afgesneeden is geworden:
Of nu deese voor verhaalde handeling in eenige deelen
billijk is, defereerd den sup:t met diepe Eerbied aan
u wel Ed:e agtb: hoog wijs en veromsigtig oordeel bid„
„dende met eenen dat u wel Ed: agtb: believe te reflec„
teeren met wat smert, commer en droefheijd den supp:t
den Jnterest van voorgen:t penn: nog dagelijx betaa„
„len moet, blijvende boven dien niettemin met die
schuld