Transcriptie
991
Van Amboina Den 15:' Junij A:o 1729.
hij volgens hier ter zyde seggen de Copia
verklaring wederom niets anders tereplice
ren als dat by syn laatst aenweesen op
Latea den radja van dit dorp niet wase
voorschijn gekomen en dat hij wel inde afgewe
kene maand 7ber: den broedervandien radja
hadde konnen inhanden krijgen, dog gemerkt
deselve sooveelschuld aende moort niet hadde als
even gem: radja zo hadde hy hem niet willen
opvatten in’t welk eenen ander genoegsaem
blijkt dat dien Kelanger wel desevoonsz
beloftn gedaen maar misschien nooijt de
gedagten gehad heeft om deselve tevolbrengen
en aengesien wij van dit voorenstaende
D
voor het affesenden onser Eerbiedig
Letteren van 25:' 7ber: anno passado nog
geen narigt gehad hebben, en, onmogelijk redenen waeron men inde
maend 7ben: tE: daerop
niet heeft konnen
konnende bebroeden dat het voorgeven van
Chrijven
veel gem:te orangkaij zo ijdel en zonder
het minste Effect soudeweesen zo hebben
wij gesustineerd best te zullen zyn dat detail
tot het trebdenscheepen in dese maand in't te
tellen
Gedurende de hongij is het uijtroeijen vanwilde
bomen soweel inhet binnen als buitensagaebosch
wederom met veel ijver behertigd zijnde
door den Gouverneur na het Eerste wijsse
en