Transcriptie
Van Amboina onder dato 20„'n Maij 1729.
Ell
Den orangbraij van kelang AbduLmaccatita
voor reenen aenmijnbeloften gedaen hebbende
omde moorde naers van onsen borger Jor„
daen Jansz: in onse handen te zullen leveren
soo heb ik hem naderedenen van sijn versuijm
en Cardance ontrent sijn voors: menigvuldige
beloften gevraagt soo quam hij onder
een frivool pretext: te antwoorden als dat de
saak en het voorgenoemene dessemouderde
moordenaars bekend enrugtbaer was sulx
hij na alle aengewende devoiren genederselve had
komen, inhanden krijgen, 's majnts voorgeven
quam mijn vrij suspect voor also ik
omndschap had als dat hy net die volkeren selfs negotje
had gedreven en bij gevolge genoegsame occagie
gehad heeft omeenige vandemoordenaars inhanden
tekrijgen weshalve men desebelofte moeten houden
van wijnig Effect waerover ibe dienorangkaij
niet wijnigbestraft en gereprehendeert hebniet
tot mijne nadere ordre aenden Zergeant
tot manipa aen hem tot mijne nader
ordre geen pasce na Cerams buijten Cust
te verleenen
oen ik tot Diroe Tanoenoe was vielden
orangkaij van die negorij klagtig over een minder
kerm genaemt
orangkaij van het negorijtje
Tamalesje