Transcriptie
Wl
Van Amboina, van den 211e:e 7ber: 1747.
d’arbijders aan die kokerij tot pela door
gaans met sware siektens niet overvallen
en’t welk aan de Culture van dat blauw
die aan de Culture
veel nadeel van de Ho. Jnlanders, die aande
aldaar eel nadeel
toegebragt hebben
Jndigo tCuiijnen sijn Caporerende 10. @ 12 der„
selver met laminighijt en Koorsen daar aan
niet hebben kunnen arbijden, zijnde vijff
dier koppen vereeds daar gestorven boven
„ veele
dien waren er ook telkens, van die Kokerij
komen weg te lopen, die met force
aan den arbeijd gebragt, en diknialen
tegens andere hobben moeten verwisseld
werden; en dewijl den Jndigo berijder
insgelijx op gem: siekte tot diverse keeren
mede onderworpen is geweest, had sulx
denselven wedersouden int prepareren
van meerdere thuijnen, gelijk 'sjaarlijx
welk aangeroerds an„ wel gewoon was te doen mitsgaders
gemakken bij feverplaatsinge
dier kokerije naer pela
methatekimnijns gemerkt die ongemakken bij de verplaat
sien werden
singe der gem: Kokerije vande Waijlea
naar pela rrorn: niet heeft konnen roor„
pen werden, alsoo het eerste Jaar aldaar
uhij schappelijker is toe gegaan dan dit
gepasseerde en presente jaar onder die
verkopinge dat de meerm: siekte eens
soude