Transcriptie
Dgeer
Van Amboina, den 27:e 7ber: 1742.
een verschie op het lastngoudende dan alhier en dat sulx op 't last
gevende van twee
maten 9 gantangs
gen verschil gaff van twee waten en drie
te swaar dan alhier gantings uw hoog Edelens seer ootmoedig
te versoeken, dat ons in den aanstaande
instaatie am dierhalde
are van Batavia nieuwe rijstmaten soo„
n
met nieuwe scapers
danig als deselve bij onsen tans tot uw
te mogen voorsien
werden.
hoog Edelens affgaande onderdanigen prin„
cipalen Eijsch bekend gesteld hebben om
alhier in steede der verlopene te dienen
insandangt die van ses voor slapers mogen werden te gesonden,
en settig en tweederde
pand niet getrijst en sanderhijt dat wij die van 66 2/3. ponden
schip
mogen bekomen, met het schip waermede
uws oog delens dezagen sal de penodigde
rijst dit aan te laten vervoeren ten fine
daarmede d’ aantebrengene Groanen
te konnen ontfangen, en in geen meerder
„moeijelijkheeden met de scheeps overheden
te moogen geraken; Jnmiddens dat door
den lijkmeeter Chrt: ons ter evengem: onse tesamen komste
wonderling van die
tumtie op sijn den aangestelden Eijk Meester Christiaan
versoek ontstagen
sijnde
o wanderling, sijnde baas der wapen„
Camer, op sijn versoek van de functie
als Eijker hebben ontslagen, en sulx
is die verrigting aan weder gedemandeert aan den opperstuurm:
den roeijmeester
maarten wontersz: en
opsigter oversComp:s Equipagie werff
gdemandeert
mitsgaders