Transcriptie
139.
Van Amboina, den 27.e 7ber: 1742.
tot uw hoogEd„s g’Eerde kennisse brengen; dat voor
eerst ter onse te samen komste van den 21.e
febr: deses Jaars den ond en afgeleerden Jn„ toegelep gagiement
aan den Inlands
lands schoolmeester Daniel Rihatta, als kroolm= paniel rihata
del 39. Iaren getrouwelik hebbende gedient,
op syn Justantig versoek onder het gewoon
tractement van rd„s 4. 's maands tot Emeritus waar vantaen syn
deces sulx niet heeft
gesteld is, dog van welk Last-post dEComp:s kansen te gaudeeren
als syn kort daar op gevolgd dezes, en hy dit
gegiement nog netsens gegaudeert heefd,
/: gedechorgeert is geworden, voorts is door
gedaan aanstellinge
ons ter sittinge van den 19.e Maart tot plaats„
van den Raekhouder
twijfsel tot secretaris
vullinge van den overleden Boekouder
van Candnussarissen
en secretaris van huwelyjxe en kleene
gerigts taken Sitjen Geerlofsz: Wildschuld
aangekteld den Boekhouder amelius
omverleent ontstag
Augustus Twwijffel, mitsgaders ten
dau't geregts bade
anyst van den adje„
geciteerde dage van’t Geregts bodens ampt
kend salampessij.
op eyjge daartoe gedaan versoek antseogen
den adsistend Isaac Salampossij ten
eynde als pennitst op een der Comptoiren
te blijven Continueeren, in welkers tede
wij tot onse urdere by een komste van
den 16.e april ter preuve aangesteld
hebben den soldaat Anthonij Broekhuijsen
blykende