closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Amberna, onder dato 27. 7ber: 1742.

OphuijdenDen 26.e Junij 1742. Compareerde

voor mij Elias Davids van Amsterdam onder

Coopman in dienst der E: Comp:e mitsg„rs secretaris

van politie alhier present de getuijgen nagenoemd

lan David Draak van Hlamburg bootshyan

Willem de Vries van Cabo de goede Hoop

suverijn ullich van Linds mattrosen

alle in opgem: diensten beschijden op de pant

chiallang de Cassuaris dewelke ten faveure

der opregte en sihuere waartijt mitsgaders ter

requititie van den mede op gem: pantchial

lang beschyden onderstuurman hans Cooij

eenwarig deposeerde dat wanneer sy lieden

op den 15.e maij joleeden met hunne weder„

komst van de zuijdseramse bekruijsinge

alhier binnen desen inham omtrent de

portugeese baaij met het pijlen van de

grond ten fine het anker neder te werpen

besig synde het g’Exteerd heefd dat toemuaels

de syn van’t lood iskomen te breeken waar

door’t Lood hebben komen te verliesen

Waar mede de Comparanten dese hunne

verklaring onder presentatie van Eede konxe

te eijndigen voor reden van wetenschap

gevende als in den text consteerd /:onder

stond/ aldus gedaan gepasseert en gedeposeert

tot amboina int Casteel Vectoria dato

voorsz: ter presentie van Johannes

Dias en Carel fredrik Rrenoclerque

ter secretarij van Politie die de minu

te deses nevens de Comparanten

en mi secretaris hebben andertee„

kend /:lager/ dit getuijgt / was

geteekend/ E:s Davids Secretaris

Attans door den heer gouverneur

bekend gemaakt werdende hoe er

sedert het vertrek van den Capitain

Militair frans adalpp van

Haarsotre