Transcriptie
Van mboina, onderdato 27:'e 7ber:
in sijn verantwoording opgesloten waren
waar op hem vand'syde des herw: k: raads
geantwoord wierde dat sulx niet gesegd was
en dat de reden syn herw: aanstonds distinc„
telyk syn voorgeleten geworden waarom de
vergadering gem: verantwoording niet kon
aenneemen, en wanneer syn tern: meende dat
de g’allequeerde redenen met bandig genoeg
waren dat men als dan beide sijne ver„
—
antwoordingen onse redenen daar en tegen
te Iudicature aan den Ed: heer Gouverneur
en Agtb: raar van Politie per Extract deses
sal overleveren en dat dient wegen syn Eerw:s
behoorlyke Nitulen te houden hadde welk syn
Eerw: al wederom gewijgertheefd en g’insteerd
dat men eerst de voorgaande resolutie onder„
teekenen, soude en dan aantonen devalsheden in
gem: verantwoording behest, waer op de Verga
dering sig ten opsigte van’t eerste uijt liet dat
men eerst dese resolutie sal opmaken en on
derteekend synde de voorgaande medekon
teekenen en sig op ’'t tweede aan de bovengem:
antwoord gedroeg en also den Eerw: Lacaze
Ernstig aan recammandeerde syn ampt als
scriba waar te neemen en aan de besluijten
—
deser vergadering te gehoorsamen, Edog hoe
meer onse verdraagsaamhijt dit dees door
de mond van de Préces herhalen hoe meer
sijn Eerw: onse vermaninge wederstond met
eyndelyk te seggen gij kent het selve opschrijv.
en schoon daar op gerepliceert en heem te
gemoed gevoerd wierde dat syn Eerw: syn ampt
van scriba selfs op sijn eigen beurte moeste
waarneemen en daar toer al meer als ses.
reijsen vermaand was geworden en alles
vangteloos was vond sig D„o Preses met voor„
kennisse van de vergadering genoodtaakt de No„
tilen tehanden, waar na de Vergadering goed
rond per Extract deses dit gedrag van den
Eerw: Jacaze aan den w: heer Jacob de Jong
gouverneur en Directeur deser Procentie
in den E: agtb: raadvan politie bekend te
maken en schoon de verjadering door
wil gedaente partelijk bedroeft en: grotelijk
iajare
167:
1742.