closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Amboina, onderdato 27:' 7ber:

/: niet te konnen gehoorsamen om redenen hier ondervolgende

voor eerst wyl veele Psalm te swaar syn om in dese

hollandse gemeente door wijnig toehoorders zyn ge„

fangen te kunnen worden daar door dikwils wan ordre

en ontstigting in den gads dienst ontstaan soude in

sanderhyt den wanneer den Predicant by half tien

uuren des woensdags eerst op den predikstoelkomt

en 'er bi na niemant dan de militairen inde kerk

sijn wyl het selfs des sondags miet een moeijelyk

vers na te singen wel is gebeurt dat men mij

(als men segd:/ over 't hoofd heefd geschreeuwt en wijl

Tehova geeen Gad is van verwerring maar van

ordre en die wil dat alles met ordre geschied

reekent den ondergetekende insonderhit sijn past

desyn voor alle disordre sorg te dragen, met de

gemackelijkste Pdsalm telaten voorsiegen

Een tweede soo heefd den ondergetekenden ook in„

gebragt dat wy daar Gods goedsyt overheden hadden

over wiens regeering wij gode zij dank niet behoofd

teklagen, als asaph doet in den 62. Salm en

in meer anderen die ik dan ook souw moeten

laten singen, en dat het met genoer was als

maar inde kerk gesangen wierd of het teppas quam

off niet dat men terwijl een huijs in brandstaet

sig met geen andere diigen moet bemoeijen; soo

ook wanneer de kerk Gods reden heefd om re

klagen over het algemeen verval dat men dan

geen dank Idsaluikan laten voorsingen, en als 'er

stoff is, van danksegging men doen geen klaaglieden

isoot opheffen.

Ten derden dat ik altoos liet voorsingen

het welk ik gepast meende tesyn op’t geen had

voorgelesen, dat ik mij seer verwonderde dat

men mij daar reets overt Iaar hier den dienst

heb waargenomen vooijt nog in kerkenraed

sodanig bevel had gegeven dat wen evenwel

lang had moeten doen indien daarin eenig

nut was opgesloten zyn Eerw: segt verder dat

mij door den Custos heefd laten aanseggen

om op den 26.e augc: Psalm te voortesingen

twaar, maar ik had myn belangens soo

even genoemd hier tegen ingebragt op den

a2.e d„o en heb daarom 'tselve gewijgert;

Zyn

215

1JH2