closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Amboina den 24. maij 1757.

diergelijke processen gelijk in A: pass:o door den achtb:

raad van Iustitie ter requisitie van den advocaat fiscaal

zijn opge-eijscht als gemoveert zijn door den orangkaij van

de drie huijsen en een Jnlander van die negorij tegens den oud

burgen Cofitain Meijer, dewijl het te rregten tot quelling:

van den Jnlander komt te strecken

ter voldoening van Uw Hoog Edelh:s gevorderde na„

de g'uiste elucidatie weegens

de randsoenen aen zeevarende

„dere elucidatie wegens de versogte augmentatie in de ver„

„strecking van randsoenen aan de zeevarende alhier, zo neemen

wijde vrijheijd uw Hoog Edelh:s bij het hieronder g'insereerde

vergelijk te vertonen het ongemeen verschil met de ram„

„toenen aan scheeps en mindere vaartuijgen tot Batavia

zo als hier onder blijkt:

verstrekt werdende

Een gem: zeevarende op de alhier varen„

Een gem: zeevarende op de scheepen ge„

„de vaartuijgen gemet p:r maand

niet volgens 't reglement van den 11:'

7/8. rd:s Contant.

april 1755. p:r maand 3. lb. zout spek . ƒ —:19:8.

. . . ƒ 1: 10:—

1¼. musje olijven olij of . . . —: 3:—.

1: 4:

4. lb. zoutvleesch

1: 8:8:

40: lb. rijst

1: 16:

50. rijste

—: —: 8.

2.½ zout

10. Cattjang of Caabse erweten, gort,

—: —: 8.

1. kan azyjn Jnlands

:10:8.

bonen &=a

—:16:8.

3. d:o arak

—: 10:—

2. tammarinde gezuijk:

Somma ƒ 3:19:—

4:

—:

2. poeder zuijker

8.

—:

3. hout

dus de alhier bescheijde„

1:

4½. kan arak

4:8

„ne en geduriglijk op de

—:—

d

½. _:o toeakazijn

kruijstogt Eijnde min„

—: 7:

5.– musjes olij.

„der.

3: 13: 8.

—: 16:—

3. lb. Chawaat

Somma ƒ 7:12:8

Somma ƒ 7:12: 8.

wij twijffelen geensints of uw Hoog Edelh:s zullen

wel gelieven te considereeren dat het met dese zeer so„

„bere verstrecking omtrent de zeevaart alhier vrij gebrei„

kelijk omtroint, waaromme wij als nog van uw Hoog

versoek om meerder randbe

eende zeevarende te verstrek„

Edelh:s zijn versoekende dat aan die mens henigt

ken.

„wes meerder mog werden toegelegt ten minsten

die op de vaartuijgen bescheijden zijn

of