closeTerug naar inventaris

Transcriptie

de meeste keffingers gevlugt

alle de gehugten buijten Een op

keffing afgebrant.

_

de negorij Enna= Enna afgebrant

de aldaar gevondene wilde ragu

„len gaen over, nevens enige wild

naten

9„

submissie, zeer als te beklagen quaeme, over de onsekerheijt waar in zij lieden /nahunne

gedachten / ’t zij als onderdaenen van den koning van Tidor, off onderhorige aan de E: Con

levende waeren; onder versoek dat met een rattang van de E: Comp: tot afwijsing der

Iaarlijks van dien vorst aldaer komende zendelingen, tot vordering van enigen,

bij hem gepretendeert werdende homagie, vereert mogte werden. dogh met welk

versoek nae haerwaerts overgewesen zijnde, zoo zal men derhalven den waeren

ernst tot zulks in ’t kort in ’t zeker kunnen ontwaeren tot andersins onse

verdere dispositien, vermits doenmaels die zaeken daar bij gelaeten zijn; en

vervolgens den cours van daar genomen is nae

keffing alwaer 'sanderen daegs 's voormiddags g’arriveert, den hongij met 3

schaten uijt geschut verwelkomt wierd, en den orangkaija, orangtouas en vele

volkeren, van ’t eijgentlijke oud keffing, bij den Eerst ondergetekende aan boord

komende, berichte, dat alle de volkeren van de negorien quaeij; Cotta

Banda, Killoboe, Killobia, en andere te samen, tot 9: stuks bij sondere

aldaer zijnde campongs, zich zommige na groot Ceram dogh de meeste over

P=lo gisser, nae Ceram Laut geretireert haaden, weshalven dan / als den enigen

straft, die omtrent den moord in A=o 1754: aen den stuerman Golbrand gepleegd

alhier is te appliceren geweest, alle die geheuchten tesaemen met 9: stuks mahou

zijn afgebrand, en voorts dit Eijland ten vollen geraseert is excepto alleen E distrie„

van voorm: orangcaija, dat om diverse bij dagregister in ’t brede vermelde redenen

goedgevonden wierde daar van te verschonen na welks weder van daar vertrocken, en ’t keffingse gatondert sal

P=lo gisser met negen schoten uijt geschut gepasseert zijnde, bij arrivement sanderen daags voorden neg„

Enna Enna alweder ontwaard wierde, dat in ’t gemeen wel omtrent al dit volkjen

desen uijthoek, te lang een te groten indulgentie scheen gehouden te wesen, vermit„

alhier in ’t gezicht van den vlach, en voor ’t vuir van ’t nochal sterk brandende

„fing, brutaal genoegh waeren den vloots correcorre van Lillebooij / ’t visnet voor

„de en uijt dien hoofde voor uijt gezeijld zijnde /geweldigh van hunne Atranden

afte weren, en met assagaijen en pijlen sodaenig te begroeten, dat zich hebben

moeten bergen, en weder te rugh begeven, dogh ’t welk men momentelijk heeft

„revengeert met direct gehelijk in de asse te leggen, als wanneer nevens een meni„

pijlen, bogen, en andere diergelijke geweren ook aldaer gevonden zijn vele bon

„lijs met sodanige wilde nagulen, als waar van 16: ponden in twee verzeguld

zakken /verdeelt over beijde bodems/ thans eens tot uw hoog Ed=s speculatie

overgaan, nevens mede noch twee potten met gezouten en twee doosjes gedr

de sogenaemde Noten musschaet, als in den Bocht van haija, en elders

langs heen den cust wel groeijen, dogh die te saemen krachteloos, zonder veel

smaak / aff een enigen deugsaemen onder deselve / bevonden zijn, nae exacte

garbulering volgens ’t dient wegens aen ons ingedient rapport van Expresse

gecommitteerdens, dat, ter onser Rerolutie van 14: Ianuarij geinsereert is, alhoe

wel nochtans niet vreemd zijnde off eerstgem:/ tot bedriegerij aan onkundige

misschien

hoe men

vervoerder

verschille

metingen

Een inla

„sitie o

de hoealo

beslifteo

Saparo