Transcriptie
het hongijs berigt heeft door
dies volumiricusheijd niet in
gereetheijd kunnen raken
solicitanten tot de radjas plaats
van Titawaaij,
vier solicitanten zijn uijt
de regte stam,
twee solicitanten kunnen in
geen consideratie comen zoo
langer desendenten van de regte
stam zijn,
Donderdag Den Eersten December 1757.
alle present, Excepto de vier hoofden der specerij
Comptoiren)
Aanvankelijk maekte den Heer gouverneur bekent, dat vermits
het bericht nopens het verrigte op den Jongst volbrachten hongij togt
seer volumineus was, den gewesen secret=s der vlote daer mede als
noch niet in gereetheijd had kunnen raeken, en derhalven dese
vergadering eenlijk had laeten beleggen ter afdoening eeniger ander
bezoignes die te verrichten waeren, soo als dan voor ’t eerste daer
op binnen verschenen Pieter Hehanusa, Balthazar Latoerihoene
Iacob Hehanusa, Lucas marapattij, en Adtriaen marcus Aijalo,
alle van Titawaij, ten Eijland nussalaut, mitsg=s Abraham de Rooij,
broeder van den presenten radja van kilang afsonderlijk bij re„
quest versoekende om mits het overlijden van den radja Lours La„
„toelorij met dies vacante plaetse begunstigt te werden, alle
„welke sollicitanten dan weder buijten getreeden, derselver
geslagt= registers naegegaen en /daer bij dan gebleken zijnde/
dat den overledenen niet alleen sonder eenige descendenten is ko„
„men aftesterven, maer ook zijn gansche lince te besluijten, mitsg„s
dat de vier Eerste sollicitanten uijt den alternerend Linie,
van den selven stam der al oude radjas dier negorije gesprooten
zijnde, gevolgelijk met fundament haer versoek komen,
voor tedraegen, gelijk ook dat daer en tegen de twee laest„
gem: in geen consideratie kunnen komen, soo lange er
noch Descendenten, van de vier Eerste supplianten overigh
zoude mogen bevonden werden, vermits Adrieaen Marcus Rijalo, sich alleen„
„lijk heeft willen fundeeren, op het huwelijk van zijn vaders suster Leonora
Sapa, met den groot vader van den I=o overledenen radja Louis Latoelorij
in name Hermanus Telapoetij, en den laastgem: Abraham De Rooij
op sekere traditie, dat de radjas van Titawaij, en kilang, souden herkom„
„stig zijn uijt twee gebroeders daer van den eenen in eerstgem: negorie
verbleeven= en den anderen om oneenigheeden met een parthij volk, van
zijnen aanhang nae kilang gedelogeert en aldaer nae het uijtsterven van
eenen
het de
kruijt.
vergoen
Eene
zijn ov
gewee
Pieter.
van Tita
ontst
van
klai
I