Transcriptie
zillende de nevenstaende, 1: p=s loopgud.
en volgende, 1: p=s Cuijpers dissel, 2: p=s
Cijmessen, en 1:' p=s handzaeg door
den Equipagie meester vergoed
moeten werden.
orwaards omtrent desen reeds ge„
disponeert zijnde ten verevening
op voorjaerige lasten.
al dit nevenstaende 1: p=s me„
taele stukje met specificatie van
den caliber bij de boeken in„
„genomen.
1:
over tekort
_o
101:
te kort geweest, alsoo bij den luijtenant ter zee Hans Cooij 4: p=s, en bij den
baas wapen Camer 1: p=s bevonden is, maekende te samen 5: p=s loop gundsen,
het welk mede blijkt bij ’t Rapport van A=o 1756: dat den luijtenant ter zee„
niet meer als 4: p=s aan den tegenswoordigen Equipagie meester heeft overge„
„geeven daer egter die tijt 6: p=s bij de boeken p=r restant hebben geweest, ende
om te galiseren is gesteld bij de confrontatie van A=o 1755: in steede
van 4: p=s die den Equipagie mees:t had, 5: p=s en 1: bij den baaswapen
camer, maakende te saemen 6: p=s loopgudsen, en is zodanig komen ’t ac„
„cordeeren met de negotie boeken
1: p=s Cuijpers dissel, welke reeds A=o 1755: bij de confrontatie ontdekt zijnde, vor„
„mits volgens rapport van den luijten=t ter zee en geweesen Equipagie meester
Hans Cooij niet meer als 4: onder zijn administratie gehad, en dier tijd nog
5: dissels per restant bij de boeken geloopen, zo is daer bij gereekent 8: cuijpers
dissel van den luijtenant Iansz: dewelke reeds a=o 1753: ult=o maij ap
reeck van fortificatie is afgeschreeven.
2: p=s Jnij messen, die meede A=o 1755: bij gedaene confrontatie te kort geweest
zijn, alsoo bij den werfbaas vide Rapport, 4: p=s en bij den baaswapen ca„
mer 1: p=s zijn bevonden, makende 5: p=s te zaemen, en het restant
bij de boeken was 7: p=s wanneer gelijk vooren 1: p=s snij mes van den
leertouwer, en een van den luijtenant Iansz: daer bij is gereekend,
ende zijn A=o 1751: ult=o 7ber: wanneer aan den leertouwer, 2: p=s
verstrekt zijn alle beijde afgeschreeven op ordinairj en is aan
den luijtenant Jansz: A=o 1754: ult=o augustus een verstreckt,
en mede afgesz: op fortificatie reecq:
1: p=s handzaag, hier van konnen geen voldoende reeden geven hoe
lang dezelve reeds te kort geweest is, vermits de zaagen althoos
door malkander geloopen bij de Equipagie meester, en door haer een
naam toegevoegd is na deselvergoed dunken, zonder te reflecteeren
met wat voor benaming deselve bij de boeken loopen.
Schilders Goed, bij de Equipagie meester
8: kannen lijn zaad olij, deese olij is in de maand Iunij vergeeten bij de
negotie boeken afte schrijven gelijk voorwaerds reeds gezegd is bij het
nazien der maendelijxe reeck: tegen de specificatien.
Arthillerij Goederen.
.
p=s metaele stukje loopende onder de benaming van diverse caliber,
dit is oorspronkelijk om dat den luijtenant der arthillerij Hendrik
Jansz: A=o 1756: in de maand Iunij, Een in ruijling verstrekt heeft
ten behoeve van de Pantjallang de Peperthuijn welke bij de boekenis
afgesz:
ul
u„
tijt
ien
hun
2t
o0n
u:
1