Transcriptie
Communicatie weegens de door
van de Sultan van Bantam
gecommitt:s aangesteld om de princen
te condolleeren en het nodige te
besorgen
’t versoek van een boekhouder
om na Batavia te vertrekken
ontsegt.
aanstelling van twee orangkaij
over de negorijen Tavririj en Ha„
toepoetij
115:
Maandag Den 27:' Maart A:o 1738:
alle Present Excepto den Capitain militair
De Mares en de vier hoofden der specerij Comp„s
„toiren, Eerstgem: mits indispositie,
Door den Heer gouverneur ter deser vergadering Eenlijk gecommuniceert zijnde
dat heeden morgen door de soons van den gewesene Coning van Bantam, Pang Erang
muhamat, en Rading Radje, nevens mede den Pang Erang Soeria dilaga,
vernomen hadde, dat hun vader w: zijn hoogheijt, Aboel fathi Muhamat
sive zenul arivin, nae een siekte van weijnige daegen dese morgen was komen
te overlijden, zo wierd vervolgens op zijn Ed: propositie verstaen den coopman
De villeneuve, en ondercoopman Olivier, nevens den secretaris Lacaze, te
Committeeren, voorm: pang Erangs uijt naam deser regeering dientwegens
te condoleeren, En voorts dat alles wat ter deser gelegentheijt zoo ter bezor„
„ging van dat lijk, als ter aarde bestelling over een komstig met het caracter
van zijn hoogheijt benodigt wesen mogte verrigt werde, zodanig als voorm: Pang
Erangs zich declareren ofte wel wensen mogte, na hunne wijse wel ’t liefste
te zien geschieden. /:onderstond:/ Amboina aan ’t Casteel victoria Dato voorsz:
/:was geteekend:/ M: I: V: Idsinga, P. V. Dongstal. A. P. Baudouin
J. D. Villeneuve A. Crans D:r Lacaze
en J=s Olivier
Maandag Den 11:' April A=o 1758:
present en absent als vooren.
12
Door den Boekhouder Gerrit Constans, van Amboina versoeht zyjn,
de, om behoudens qualiteijt en gagie van hier na Batavia te vertrecken, is nae
teneur van ’t generale reglement, op de bevordering der dienaeren Tit: 1:9:37:
verstaen zulks te ontseggen en hem suppl=t ten dien fine aan haar hoog Edelh:
te renvoijeeren, ten zij zonder gagie zoude willen overgaen.
Mits ’t afsterven van den orangeaeija Ioseph Hehoeat in de negorie Tawiri ge„
hoorende onder dit Casteel en mede die van de negorije Hatoepoetij op manipa
namens kodja Bahataman, door enen Domingos, en Simon hehocat ten successie
van Eerstgem: en enen Harpatij en Torkij ten suppletie van des laestgenoemdens
plaetse versoek gedaen zijnde, zoo is nae resumptie van derselver vertoonde geslagt
registers en gelet zijnde op de capaciteijt dier suppl=t verstaen den Eerstgem: Domingos he„
„hoeat als zijnde den oudsten zoon van den overleden Ioseph Hehocat, tot orangcaija van
Tawirij.
k
he
ij
2
rijt
ieun
ruw
en
21.
on
kons
„
us