Transcriptie
137.
Aan d’E: heeren Leeden van Politicquen„
Raad.
Rijn Heeren
Om ingevolge reeds mondelinge Communicatie, omtrent mijn Iongst volbrachten hongij
rondsom Ceeram UE=s nae den gebruijke, ook schriftelijk niet te onthouden, de volkomen kennis
sodaniger zaeken, als vermene mede tot UE=s deliberatien, ten verderen dispositie, te behooren, wil ik
om de extentie van veele omstandigheeden in sommige en geen dubbelen moeite te doen, mij voorna„
„mentlijk renvoijeeren, aan de daar in gehouden proceduires, Resolutien, dach=register en rollen,
en /: dus uE:s in soo verre nodigh daar toe overwijsende :/ in desen thans dan maar kortelijk be„
„richten;
Dat wanneer op den 15:' October van UE:s afscheijd genoomen: sanderendaags tot Laricque
g’arriveert. En nae opneem van ’sComp:s effecten en werken den Cours verder na de laaij boeij
had gestelt. aldaar op diverse preesentatien ter rolle gedisponeert. En voorts den huijshou„
ding tusschen ’t subaltherns hoofd en inlandse regenten, in een volkomen goeden eenigheijd
en vrindschap gevonden hadde soo quamen bij mijn afscheijd de Laastgem: al weder te hernieu„
„wen, hunne reeds meermalen gedaene instantien dat aan humt en hunne volkeren die nuw„
van over al de twee Jaeren, tot geheele vernieuwing van den gansch omvergavallen
ringmur, met ’t kappen van swaare bloksteenen en kalk branden g’arbeijt, en ook
den ronduijt van sijne gebreeken herstelt hadden, eenig douceur mogte werden toegelecht
’t geen billik gevonden, en /om dat /: wat den arbeijd aangaat :/ alle die werken, voor
die lieden al zeer lastigh hebben moeten weesen :/. hun tot een favorabelen dispositie
ook moed gegeven hebbende, voorts gewoone gecomm=ts met de vereijste Jnstructien. Cor„
„re Corres, en manschappen nae Lochoe en de p=lo tikus tot extirpatie van zomwijlen
noch aldaar gevonden werdende specerij boomen, en zuijvering van 'sComp:s aldaar zijn„
„de Zagoe bossen gedepecheert heb; noe welks van daar vertrocken, en;
Den 17:' van den Comtrent ’t nafsouwse gat in den vloot gekomen resident op manipa
Robbert Martensz nevens veele der inlandse hoofden, uijt die districten vernemende,
dat aldaar alles in goede eenigheijt en ruste waare, zoo zette de reis voort, nae d’ p=lo tikus„
alwaar bevonde; dat den aftrek van den zagoe, niet tegenstaande ook de zoo zeer
verlaagde boomsprijsen, tot noch gehelijk geen schot name gelijk ook.
Den 18:' in de bogt van Cawa /: dat men de verwagting tot veel gedienstigheijt van
de