Transcriptie
de in A„o 1755: aldaar logement verginde alphoereesen, voor als noch wel wat uijt
„stellen, en die moeste volkeren /: andersints aldaar in onderlingen goeden rust leven
„de ./. eerst allenskens leijden zal moeten waar toe bij vermaning, op repetitie hun
„ner beloften, tot houtkappen, en diergelijke, goed heb gevonden, den presenten
resodent van manipa te gelasten, bij provisie hun eens den maat van leng
tens en diktens van balken en swalpen toe tesenden om dus ’t een en on
„der hun te helpen onthouden en alles Juist niet in ’t vergeet boek te stellen
tot voorkooming van thans, aan mij, in dat opzichte, gemaakte excuisen van on„
kunde, die nogthans onder diverse andere voorwendselen, meer den afkeer van de
werk, dan wel een goeden Intentie te kennen gaeven: weshalven dan noe
de nodige recommandatie tot ’t vereijste weder van hier vertrock, en
Den 19:' op nonialij arriveerde, alwaar den orangkaij van massavooij zich beklagg„
de, dat 3: zijner negorijs volkeren, in den voorleden Iaere, met behoorlijken pascer„
langs den Cust ten handel gevaaren omstreekx, dese negorie, door de alphoeree
„sen van annahila vermoord, en niet tegenstaende de regenten van
dit district ./. als met desselve g’allieert /. zulks niet onbekent koste
wesen, dat deselve exter aen hem, geen deminste adjude, tot eenigen
satisfactie, door ’t bekoomen van gebruijkelijke artas, hadden willen verhee„
„nen; waar op ik die hoorende, een menigte excuisen tot onkunde aen diez men„
„schen moordenaars en onvermogen derhalven om die van massavooij ten hulpe
te kunnen weesen, in contra ontvinge, en dus dan zulks heb moeten laeten
berusten, bij een ernstige recommandatie, om zoo veel mogelijk daar toe hun devoir
te doen; dat in zoo verre klaeger en beklaegde gerust stelde, tot naederen inson„
matie en dispositien, die invervolgh na vereijs en bevinding van zaaken
wel genomen zullen dienen te werden om dit /. langs geheel desen buijten
Cust huijshouding./. moeste volk, onder behoorlijke sub ordinantie te houden
te meer.
Den 21:' savonds op Zawaij g’arriveert, den 22:' en 23: aldaar bevonde, dat onder
veele oneenigheeden tusschen alle de daar omstreekx, leggende districten van hatuwe:
Hatiling: bessie de verdreevene :/. thans op Nonialij huijshoudende ./. volkeren van
Lissabatta: alle elk voor zich geholpen door een parthije alphoureesen uijt ’t gelijk
te ’t ontzach en respect voor ’s Comp=s huijshouding en gezach, reeds zoo zeer verg„
„ten scheene, dat die van samaij, zich zelfs niet hebben ontzien gehat, om aan der
hatuwe