Transcriptie
het Nassause gat, tot welk 'smiddaegs omtrent 12: uuren gevordert ook het suballer
hoofd van manipa, den ondercoopm: Robbert Maertensz: p=r orembaaij in de wer
kwam, onder ’t saluit van 7: schooten waer op met drie bedankt, zig aan boord van d’ admin„
corre corre begaff, en zijn wel Ed: agtb: complimenteerende, te gelijk eenige levendige hartebee„
ten en diverse andere rivres en provisien offereerde, met rapport dat alle zaeken in zijn
districten zich rondsom in goeden staat, gewenste Enigheijt, en ruste bevonden, dan een
„lijk op Sawaeij, alwaarde reeds gecommuniceerde onenigheeden, tusschen die negorij, en Hal
„tilen nog al smeulende waeren, en zich als tot grotere verwijdering lieten aansien te
gelijk verhaelende dat op den 10: deser ’t land van Manipa van Eene soo swaare
aardbeving overvallen waere als voor zich noch nooijt ondervonden hadde alhoewel
egter gode dank; geen ongevallen daar door ontstaan waaren. terwijl intusschen
mede den correcorre van Lissabata in de vloote komende ten 1: uuren met moor
weder, en een mooij luchtje den stroom te baete hebbende met den gantschen vloot
zonder eenigh ongeluk ’t Nassause gat passeerden na de P=o Ticus, onderwelks den
zergeant posthouder op Loehoe Matthijs Goedhart mede bij sijn Ed: agtb: aan„
„boord koomende in den avond weder gedepecheert wierde, met ordre om door diver„
„se praauwen met vuiren de passagien door den daar omtrend leggende reeven
en zandplaeten, den vloot aan te wijsen, ’t welk dan geschiet, en 'savonds 9:
uur aldaer ’t anker laetende vallen; sijn Ed: agtb: ten eenigen vermaakt van
„den hongij eens eenige vuur ballen uijt hand mortieren werpende.
'smorgens halff 8: uuren sijn wel Ed: agtb: na de wal gegaan, en op klagten van
Dingsdag den 18:' octob:
den ovemgkaij van Piroe Adolph manupassal tegens de moorse orangkaij van
Bonoa Hitimala, wegens ongelicentieert kappen van 136: Sagoe bomen nevens
nogh diverse houtwerken in zijn aldaer grendsend district vergadering hebbende
doen beleggen, zoo wierden dan na momentelijke samenkomste van den hongijraad
parthijen opgeroepen, die binnen gestaan na debat en Contra debat Elk hun schoonst
desendeerende ten assopiatie aan den tussen spraak van den fiscaal der vloote den E:
Lacaze, den Commandant der militie Harman Pietersz: Pijma, der orangkaij van
Baquala Ioh=s Simauw, en den Pattij van Soelij Pieter De Costa als leden deser
vergadering gerenvoijeert wierden ten Effecte dat kort na dato ’t accoord troffen
dat die van Bonoa, aan die van Piroe rd=s 25: zouden moeten voldoen en
uijtkeeren dese twee in questie leggende hoofden daar door volkomen bevredigt we„
„derom binnen getreeden malkanderen met handgeving over en weder een glaasje
van vriendschap toedronken en ook dese vergadering daar mede in zoo vooa
gescheijden wierde als waar na zijn wel Ed: agtb: den voorm: posthouder
hebbende doen roepen, zich aan denselven informeerde naede rede„
„nen waarom in de sagoe boomen aan die contrij altoos soo weijnig deot
bespeurd wierden, niet teegenstaande selfs ook nu ten tijde dies prijser
zoo zeer vermindert waeren, dat men zoude moete derken, dat voedel
thans zeer gretigh aldaar gezocht zoude werden, ’t welk denselven beant„
„woorde.