Transcriptie
167:
betuijgd hebbende, en als nog betuijgen gansch onkundigt te zijn geweest, en als
noch te wesen, en ook niemand noch orangkaijo of regenten dier negorij daar
van ook beschuldigt werdende dan dien avonds alles daar bij bleeve beras
tot maandag den 18:' als wanneer die van hatuwe met 3: wel bemande en
als ten oorlogh g’Equipeerde mahoelijs vaartuijgen in zulke gelegentheeden
gebruijklijk sig voor sawaij verthoonden en te gelijk /: na ’t betuijgde
van den posthouder ./. kort daar na een trop van meer dan 500: alphoereesen
over ’t gebergte marcheeren quamen, ’t welk hem doenmaals op zee, bij die van
Hatuwe ten vergeefse vermaning tot ruste gevaaren zijnde ’t veijligste haddoen
denken wederom te keeren, en in die twee spalt en rusie voor zijne post
te sorgen, met directe zich in postuur van defentie te stellen, waar door so
als vermeende ook op dien dagh, zoo wel als op den 19: en 20::/. wanneer
diergelijks hervat en gecontinueert wierde ./. alle dadelijkheden van wederskan,
„ten waeren voorgekoomen, na welks hij posthouder op den 21:' Iulij nader tentamen
tot volkomen bevreediging willende doen na hatuwe gevaaren, en aldaar alleen
van den orangkaijd, doch geene der gesamentlijke orangtouas, ontmoet en der hal„
„ven genoodsaakt geweest waaren, om zonder iets te hebben kunnen tot conclu„
„sie brengen, weder na sijn post te ruch te vaaren, met versoek en daar op gedaane
belofte van den hooft regent, dat de orangtouas zoo wel als capitains, van voorgem:
alphoereesen negorijen, mogten en zouden werden opgeroepen tot een naderen bij
een komst, waar toe hij zerg=t posthouder op den 23: met diverse regenten van
persene weder na derwaarts gevaaren sijnde, dan ook den een en ander aldaar
quaame te vinden, dogh alle even gestoort en onhandelbaer over ’t affront, dat
zoo als zegden hun door die van Zawaij door ’t verthonen van den ontblooten par„
„rang waare aangedaen ’t welk dan hem post houder ./. zulks met een zalsje
soekende te versagten ./. tot den voorslag had doen komen om tot bevordering van den
rust aan hun 1: p=s parrang 1: stuk rood lijwaal 1: gom 5: schootels en 10:' kommen
of pierings vij wijse in diergelijke gelegentheeden wel gebruyklijke artas als voor recq
/:dog Egter op vraege sonder qualificatie ./. van de Zawaijers aen te bieden, en zulks
na dientwegens Eerst bij hun genomen beraadt ook gegeven had ten Effecte dat op
maandag den 25:' te gelijk nevens hem den radja enden Cassisi haloema van Zawaij
half weegen hatuwe, den orangkaijo van die en de capitains van voorwaarts voor„
„melde alphoereesen negorijen onldmoet en malkanderen de hand gevende, belooft had„
„den, rust te houden, tot tijd en wijlen sijn E: agtb: den heer gouverneur ten hongij al„
„hier verscheenen soude wesen, in dier voegen dan tusschen dese parthijen niet tegen„
„staande ook die van Zawaij doenmaals weijgerende geweest, en tot nogh geble„
„ven waaren voorm: aan de alphoeresen afgegeven goederen voor haar reecq: te
nemen geen verdere dadelijkheeden waaren voor gevallen, tot dat Saturdag den n
31: Iulij den orangkaijo van hatilen met 5: mahoelijs op Zawaij komende na zijne
ti
verklaring tot Communica en versoek dat vermits door de alphoereesen van hara„
„ele als schuts volkeren verbonden aan Sawaij, met voorkennis of wel Jnstigatie
van