Transcriptie
van den oud raija een van sijne negorijs volkeren, en mede wreijnig tijds nadat, een
onder hem gehoorende slavin gedood hadden„ Mnadien aangaande na 'slands wijse
recht gedaan mogte werden, doch vermits gevallig den vrouw van den sergeant
posthouder in den kraam bevielen, dat doenmaals in sulx weijnig uijtgewerkt
maar meer dan te veel onder den anderen een glasje gedronken, en daardoo
den ook ontstaan waare dat wanneer weder na boord van sijn vaartuijg
was komen te vertrecken, ook den stuurman van den des tijds aldaar ter
rheede leggende Cruijpantjalling den Peeperthuijn zich na ’t zijne vervoeg
en vijff schooten doende, hij orangkaijo in meening dat sulx tot sijn hormat
conneur geschiede, daar voor met een bedankt had, alhoewel die van zaa
wilden dat sulks aan hun ten oorlogs declaratie en den sergeant post
„houder dat ’t schieten van den Pantjalling geheelijk buijten sijne voor„
„kennis en na ’t gesegde van den stuurman ter Eeren van syn vrouw en
Jong geboren geschied soude wesen, zoo dat dan alles dese in desen conp:
„sien eeniger tijd gebroeijd hebbende, op Saturdag dan 10.' sep:t de nati„
„lineesen geconjungeert met de hotteneesen sigh met twee mahoelij
weder waren komen verthoonen omtrent ’t voor zawaij leggende Eijlantje
Tampherda en aldaar de van en na Zawaij varende alphoereesen van N
„raele waarnemende en van deselve als per represaille twee koppen geed
hebbende, daar mede doenmaals weder na hunne negorijen gevaren syn „
diervoegen ook de Hatilineesen en Hottenesen op den 19: 7ber: met vo
deselvde 2: mahoelijs weder gekomen en tusschen ’t Eyland van hatuweer
„de vaste wal van de Zawaijse sagoe prauwen een man geligt en no
hunne negorie hebbende mede genoomen, den orangkaijo van hatilen
op Saturdag den 24:' dien gevangen met dies negorijs correlorn
en een mahoelijs weeder te ruch gebracht en met afgeschooren hair, doch
in nieuwe kleeding op de negorij Bessij aanden orangkaijs had overgege„
onder Excuus aan den serg=t posthouder ./. sdaags na dato ./. dat or
de sweevende oneenigheden en vermits den oud radja hem de alshoen
„reesen van horaele en Romolaard zoo onvrendelijk hadde op 't lijd
gesonden zich in persoon op Zawaij niet hadde durven vertrouwen,
„diervoegen sulks alles door hem orangkaijo geadvooceerd werdende dene
„ven noch daar bij voegde dat dese affaire dusdanig getracteerd haade
om sijn satisfactie reeds van die van horaele hebbende geen mist or
die zaaken meer ’t leeven te beneemen maar nogthans om van die
van Sawaij egter te thoonen dat sulks in zijn vermoogen sijnde
geweest hij hun dus had willen doen begrijpen dat geen meerdere
gelegentheeden tot verderen twee spalten oneenigheijt souder
willen geven. doch sulks soo als segde gehelijk niet beantwoords:
soo