Transcriptie
met rappord dat aldaar veele volkeren met parrings en sommige zelfs met twee krissen
„waepent, versameld gevonden haaden die hun berigten dat Evengem: Taijloen met vrou„
kinderen en meubelen bosch waarts was ingeloopen soo dat dan hier mede tot noch niete
vordert, de verdere gecommitt=s den fiscaal en overige correcorres hoofden als ook den
„der deses hun voorts aanland lieten setten alwaar sij bij dese volkeren . als voorm:
„wapent en hun sonder eenige de minste teekens van ontsagofte Eerbied ontmoeten
dan speciaal informeerd en off namentlyk geene van hun lieden niet gehoort„
vernomen hadden, dat korteling eenige vaartuijgen na waroe geweest en daaron
streeks zeeker geval tussen des Comp=s Cruijspantjalling en dese of geene wog
„ren g’Exteert waare, zoo quame dan daar op eenen uijt den hoop die zoo doord
habit als vrijpostigheijt Eenigsints ontsien scheen vrij assuranter alleen in
eerste Tida neen ten antwoord te geven en voorts te betuijgen dat sij lieden
„dert ses maanden die contreijen niet besogt nog aangedaan hadden, en wa
„neer gevraagd wierde waar haar orangkaijo zich bevonde, dat geen andere hoo„
als de orangkaijo van Rarakit hadden en sij lieden daar onder sorteerdeni
verklaring van met deselven ook geen de minste verschillen te hebben en ge
„sints goed konden vinden bij den wel Ed: agtb: heer gouverneur aan boord te v
„scheijnen, vermits niets te seggen off te versoeken hadden, weshalven dan vaan
gecommitteerdens goed vonden hen weder aan boord te begeven en hier mede
ruch na den vloot te scheppen alwaar gearriveerd en van ’t gepasseerden
port doende tegelijk ook communiceerden dat een gemeen, van daar get
„tig dog op rarakit getroud en gezeeten hem aanboord eener der vier Con
corre om iets te trouqueeren begeven hebbende bij provisie in bewaa
ring haaden genoomen waar op opstonds vergadering geconvoceert, end
vloots hoofden verscheenen, zijnde sijn wel Ed: agtb: dan naderaan
„len in ’t gemeenden inhoud der bevoorens gem: brieff en ganschen toe
„dragt omtrent al ’t in desen reeds ondernoomen, doch tot noch niets
re gevorderde bekent maakte en te gelijk soo wel den meergem: op
„kaijo van Rarakit als die en eenige gemeene volkeren van warde
noch maals eens ter vergadering dede binnen komen om zoo mogelijk
thans en onder ’t gesigt van desen toestel en ontkennen, ’t geen tot ra
vrij assuranter wel had durven ontwaeren en verborgen willen
houden, weshalven dan voor aff den orangkaijo en gemeenen van
waroe, na alle ’t in voorsz: Extract Iournaal berichte gevraat
en door denselven zoo wel als alle andere in ’t gemeen bij hun reeds
voorm: declaratien gepersisteert en ten overvloede daar noch vijff
„voegd sijnde dat sij lieden den selven tijdt na hotte gaande om zof
te koopen in persoon de volkeren van nanama in den bogt van lings
ontmoed en met deselve gesprooken haaden. zoo quame dan eendelijkn
den orangkaijo van Rarakit ./. dus gedwongen ./. te betuijgen dat die var
Nanama.