Transcriptie
Welke dese saaken dan dus verhandelt en afgeloopen en voorts door zijn Ed: Agtb: thans
mede aan die van Oma gevraagt zijnde wat van hunne kant ’t zij tegens den aanga
van die van Haroeko dan wel ten eeniger pretensie ofte bijs hadden te zeggen
ofte intebrengen soo quame den pattij en regenten /: in ’t generaal derselver van
gaeven declinerende:/ te zeggen dat de bij hun gepretendeert werdende landenh„
al zedert den tijt van wel Ed: Heer Admiraal en supirentendent Amold
vlaming hadden toebehookt. Doch wanneer van dien Generaelen text ofg
„holpen en daar sijn Ed: agtb: insgelijks tot ’t speciale gedetermineerd wierden
mede over te geven een Notitie van drie diverse doussongs, die zegden dat van huun
kant bij den voormaarts vermelden scheijding aan Haroeko toegedeelt en bij un
verloren soude werden zonder dat egter /:als verklaerden:/ daar van waarde op kosten
„ven, al schoon nogthans ’t getal der boomen en gepretendeerde Eigenaars daar
bij waaren bekent gesteld, weshalven dan huw daar en teegen die van Hara
gehoort, deselve daar op andwoord als mede in margine dier notitie ter Resclu
„tie geregistreert is, hier in gelijks weder G'insereert weder als volgt.
In de doessong Sekewa toebehoorende Matthais Pa„
Mattheus Papoca pretendert ham dese boo„
„men in Eijgendom toebehooren
„prea van oma staat.
Geen parthijen.
Rd„s
178.
89: p„s sagoe boomen ider 2. rd„s
1:4
„
—
1 „ doeiang
„ 1¼:„
„
11:½
23: „ Calapa „ „ 24: stuuver.
„
4.
„ 1: rd„s
it
4: „ Canarij „
Somma Rd„s 194:/¾
Ioan Pattijrane zecht dese boomen hem toebehooren.
De Doussongs Masaa en Hahoenanerij toeschoo„
Geen Parthijen.
„rende Ioan Pattijrane van Oma staat in d
Doch segt den radja en Jusetenen van Haroeko dat in
Eerst gem:.
dese doussongs sommige van hun volk thans niet pr„
sent ook diverse boomen hebben waar van tot den Jaare
648:—
Rd„s
324: sagoe boomen ider 2. rd„s - - - - - -
1753: de vrugtenvredigh en gerust geplukt zijn.
12—
„ 1: „ - - -
„
12: Canarij
3½
Den Pattij en regenten van Oma zeggen dat aldaar
——.
„
„ 24: stver:
7: Gaijangs
noch meerdere als de bij bovengem: pretendenten
In de laastgem:
geeigende staan
874:
-. . „
437: sagoe boomen ider 2rd„s
17:1
24 stver:
„
„ „
35: Calappus
400:
—
40: goemoets „ „ 18 rd„s
54
„
12 „ - – -
22: Lansa „
„ —
61
5: doeriongs „ „ 1¼ rd„s - - - -
8. /1.
34: tjampada „ „ ¼ „
19754
Somma Edj
na allen welken dan niemand na afvrage iets meerder te seggen hebben en ders
„ven den radja en regenten van Haroeko en oma, met alle hunne wederg
se negorijs volkeren op aenseggens en ordre buijten Gegaan zijnde, soo quame„
Z
E: