Transcriptie
„ren bevonden wij na dat de meester was nog al redelijk onderweesen den H:
door bestaande in 14: egte kinderen de Kerken en school boeken aan deese plaat„
bleefen,
4
bijbels
N: Testament . 2
p=m boeken - . 33
vragq: boeken - 24
2
Carons
het arm geld aan dese bijde plaetse bevonden te zijn 5: rd„s 34: stuijv„s ’t welke m
met hant schrift aan den meester gaven om het verder te besorgen aan ’t opperhi
Haxoek
van dog dewijl wij tesaamen raad pleegde wat rapport van soo een onnut
subjet te doen soo mogten wij bij de bekennen; dat hij niet instaat was om
langer meester te blijven; Edog schorten verder ons oordeel in ’t uijtvoerde van
„se saake op, laatende de gansche kerk vergaderinge hem ondersoeken, en den
oordelen over hem, men oordeelde ook niets bieter van den orangkaij van te
wanan: dewijl den meester boven gemelde, wanneer men hem vraegte
de Reeden van maar 26: kinderen in de schoole andwoorde het den on
kaij sijn schult te weesen alhier ons werk gedaan zijnde vertrocken „
daar des middags ten 2: uuren en quamen omtrent ten 4: uuren te negon
schoelale gingen ter stond in de schoolden„e meester Salmon Pattimuse
dewelke ons dese rolle vertoonde.
V:
R:
4: - - - - 6
2: - - - -
Leedematen
81: – – — 43 - - - . 74.
gem: Christen -
9 - - - 24
—.
15 - - -
kind: in d’ Hh:
- - —
k: b: d’ school - - - - - „4 - - - - 7 - - - - 2 „
5
doop kinderen - - - - - 3: – – – - 3 „ - - – 6:
Tesamen - - - - 131:
De meester bevonden wij een oudt zwak man te zijn dog redelijk„
op de kinderen passende, de kinderen waaren reedelijk wel onderweest
Jder na sijn doen die de groote vragen leerden waeren.
Somm:
J:
M:
6: — - - - - - 2. - - - 8.
6: - - - - - 1: - - - - 7:
kl: vragen - - - - - -
die laassen – – – – – – 5. – – . – - 1„ – – —6:
schreeven - - - - - 4: – - - - 1: — - -
Het zingen ging ook redelijk wel ondersogten de ledemaeten bevonden deser
vrij swak en vermande deselve tot beter oeffeninge en noodig de deselv,
zoo in de kerke als schoole bevonden te zijn,
boeken aen dese plaatse
—5:
bijbels
p=m boeken - - 28:
kl: v: boeken - - 3.
1:
- - -
Caron -
4:
groote J=o
N: Testament - - 4:
Den Gods dienst verrigt zijnde, deelde ik het h: avondmaal uijt en dit
kinderen, het arm geld aen deese plaatse bevonden 7: rd„s en 9: stuijv„s te 24
het welk wij met hand schrift over gaaven aan den meester deser plaat
’t voerder:
D
bari