Transcriptie
§ 25
tot wegneming van dien is het
Restant Naghel aangehouden —
§26
het schip 't Buijten Leven retourhe
§ 27:
over Iava
§28
hebbende onder de Convoi de Can„
„nee Boom ende Jonge Willem
op den bepaalden tijd, waar van de eerste voorkomen bij onse
Apparte Resolutien van den 16. April, en de nadere, bij
de gemeene Besluijten van den 26: Maij, vertoonende de laatste
de heerschende ziekte over het algemeen, den laten In schuur der Na„
gulen het emploij der Chialoupen en Pantjallings op kruijsen
Expeditie Togten waar door die Specerije niet tijdig van Sapa„
„rouw afgehaald hebben kunnen worden, invoegen men op den
11: der gepasseerde maand Junij nader tot het Besluijt heeft moe„
ten treeden, het Rapport van den Inschuur een Afbetaalin
„der Nagulen van Saparoua te vorderen, en het Restant dier spe„
„cerije van daar aangebragt zijnde, hier aan te houden, om zo weg te
neemen éen inconvenient voor het g'arresteerde om met de de=
peche van gemelde kiel, alle mogelijke spoed te maaken: dat
niet eerder dan heden gevolg heeft kunnen hebben, des wij
uwe Hoog Edelens weder binnen, ons een even gunstige
beschouwing die wij Hoog dezelve verzekeren dat bij ons geen on„
verschilligheid in dezen zal veroorzaaken voor het vervolg. de„
ze aanhouding van het Restant Nagulen heeft dan ook ve=
„randering te wege gebragt en ons besluijt van gemelde 26 Maa
volgens het welke dezen Rodem /:in onderstelling dat na
belading met den Oogst, onaangezien die de Calculatie wie„
„nig surpasseerde, geen naamwaardige ruijmte tot het
aandoen van Java zoude overhouden, als maar van de Charte
van 140: voeten zijnde / direct na Batavia zoude retourneeren
het geen men voor ’t voordeeligste en voor de intentie uwer
Hoog Edelens teffens kield, invoegen nader bij ons is g'arres„
„teert, dit schip Sourabaija te laaten aan doen om op Ja„
va verder met Producten volladen te worden; gelijk het
zelve zodanig tot uwe Hoog Edelens retourneert, bij zig heb
„bende de boven gewaagde Particuliere Chaloup de Ionge
Willem voor Samarang; ende voor de Hoofdplaats direct,
de Ternaatse Patjalling de Canneel Boom,
welk
welk eers
ryse van.
ontstoken
en hier
zonde.
gesagt
den Bruet
zeeve, gest„
de Ternaat.
Catjalling
wordende
tje aange.
op het Bduij
geen onge.
maar aan
ken verho
ondesche
den gagies
waarvan
de Ladin
Bevinding