Transcriptie
7
§ 26
Welk Kieltje in het voorgangen najaar van de Reise na
welk eerstgem: kieltje A„o p„o van de
Batavia ontstooken geraakt en te Bouvo ter houwgeko=
reyse van Ternaten na Batavia, is
ontstok en geraakt.
„men, mitsgaders vervolgens om de disparatie Hoijshouding
en hier vervallen
die daar op gehouden wierd, herwaards opgeroepen is, na dat den
gezaghebber hadde verklaart, mits de slegte gesteldheit van
het vaartuijg, de terug reijse na Ternaten niet te derven on=
„derneemen, zo als onse Resolutien van den 30. December Anno
passatoe item 18: Januarij en 16. April deses Jaars dit breder ver„
tonen; en teffens dat den gezaghebber Fredrik Karstens
zonder pligt verzuim van den
gesagvoerder.
van pligt verzuijm en onkunde vrij gekent; en de oorzaake van
Ederlore rijse toe te schrijven is aan de wrakheid van het vaartuijg„
waar van den quartiermeester Hendrik Meijer, als zig groo„
en Brutalen quartierm: van het
„ere, gestraft en op het schip geplaats
„telijks tegens zijn gezaghebber misgaepen hebbende afgenomen
gelaarst en op het schip 'T Buijten Leeven geplaats is, terwijl de
de Ternaatse gevange zijn weder op de
gevangene Ternaats Prins, en Alphoers Capitain met se„
Catjalling afgegeven.
—
ventien present slaven van die Patjaeling, inmiddens hier
gesecureert gehouden, en bij vertrek weder op dezelve afg„s ven
zijn: en na ons g’arresteerde op:rb: Maij, brengen wij dat gee=
wordende het bekostigde aan dat kie
„ne het welk aan dit kieltje voor kleine reparatien
tje aangereekend
bekostigd, mitsgaders voor de schepelingen tot gagie kost„
geld en Randcoen uijt gerijkt is, de Hoofdplaats ten laste.
§ 30.
Buijten gewone voorvallen op de reijse herwaards hebbende,
op het Bduijten Leven zyn in de veese
heeps overheeden van het Buijten Leven, na hunne betuij=
een ongewoone voor vallen ontmoet
§31
„ging, niet ontmoet. maar daar en tegen bij een schriftelijk
maar aan die kiel eenige kl: gebre„
berigt opgegeven eenige geringe gebreeken aan en op dien Bo„
ken verholpen
dem, die verholpen, dog van dat belang niet zijn om daar van
uijt onse Besluijten van den 17:' Februarij; in dezen breder
§ 32
„mentie te maken zijnde de scheepelingen dat het nodig gehad heb„
en de schepelingen Een en Twee maan en de Europees en Tweef ende Iavaanse zeevarende Drie maanden,
„den gagie verstrekt.
—
gagie g’accordeert, en daar voor behoorlijk belast, waar van de qui„
waar van de quitantie overgaat
„tantie Rolle overgaat.t
§ 33:
De Lading waar mede het schip 'T Buijten Leven van
de Lading is hier uidgeleverd na zuijd
Bevinding
Batavia