Transcriptie
Bu.
Eijke
17 sto
me
6
3
„al
25
§ 09 Onse ieverige en sligtelijke Levaaren danken met onsuwe
der Leevarenieverig en stigtelijk
Hoog Edelens voor de hen toegeboezenide Heiewensch, en vol„
gedrag
harden in hunne arbeid tot nut van de hen aanvertrouwe ge=
35:
2.90:
„meente hebbende D:o Snethlage de groote kerk en School Vi„
de groote Kerk en schoot visite is
weder verrigt.
fite dezen Jare weder gedaan, waar van het Rapport onder de
Bijlagen dezes Overgaat, en zulx conform ons besluijt van den 25:
october Anno passato, alwaar dezelve tot het retour der Hongij,
vloot uijtgesteld, en Cerams binnen Cust dit maal gex=
§94„seert is zijnde Ook verrigt de Jaarlijkse kerk catechisatie
en ook de Calechisatie met de
heermeesters
met de gezamentlijke Jnlandse Leermeesters, ten bijweesen
§02 van twee leeden uijt onse vergadering: En voors door Dia„
bedragen der Arme Middelen. — conen publicque Reekening gedaan van hare Administra„
„tie, genoteert ter Resolutie van den 16: April, alwaar bij
geliefte kan werden boogd, dat de Arme gelden die ut=o Febru„
„arij a=o po bedrage hebben.
rd=s 32266. 29½
door buijten gemeene jnkomsten bij zonder Testa„
„mentaire vermakingen en Omancipatie van Lij=
feigenen, g’arginenteert met
1503: 15½
toegenomen zijn tot
Rijd=s 33849: 45:—„
§93.
het welk breder word aangeduijd bij de, nevens de staat Recke„
overgaande staatreekeningen.
ningen van wees en Boedelmeesteren, mitsgaders die der Burger
Cassa, onder de Bijlagen gevoegde korte vertoning.
191.
Met de Nabuurige Gouvernementen Banda, Ternaten,
de Corres pondentie met de Gouverne
en Macasser word na het vertrouwen uwer Hoog Edelens
menten word gecontinueerd. —
§ 95:
de correspondentie gecontinueert, en wij betuijgen ten op=
Aankb: voor H: H: Ed„s recommanda„
„tie na Banda
zigte van het gouvernement Banda onse eerbiedige
erkentenis, dat uwe Hoog Edelens de Ministers
aldaar hebben gelieven onder- en voortehouden wegens,
en het ongewestigd emploij van onse chaloup de Ba„
wegens het ongewettigd emploij
tavier en Patjalling de Beschermer, toen die uijt de
der vaartuijgen van hier. —
bekruijtsing