Transcriptie
30
Rebellen toegedaan bevonden wordende, Dorpen
Killeloehoe, Quaij, Quellibia en Kotta Banda,
voorts mede de Eijlanden Gisser en Ceram Laut.
§ 107: in middens den gemelden Capitain van Keffing en
Berigt van den Capitain ketfingen
mede trouwen orangkaij der Negorij Quaus Kanna
vrangkaij Auaus wegens Noeker
en de Roofvloot
kanna met de hare die bij zonder verheugd schenen
wegens de overwinning der vijandelijke vloot welke
zo veel gerugts gemaakt, en met bij na Twee Hon„
dert vaartuijgen gepasseert was, dog waar van zij maar
in de Dertig hadden zien te rugkeeren, den gouver„
„neur onder ander berigt hebbende, dat Noekoe
niet op de vloot present geweest, maar met eenige van
zijn Tidorse groten te Killeloehoe verbleven was„
om den uijtslag aftewagten, en op de tijding van de
en der vijanden Voornemen om
Nederlaag, met Pork en sak naar het zeer ver„
op Rakakit te willen overwinnen
1f sterven.
„Sterkte Karaket gevlugt was, alwaar het krielde
van volk en wapenen; naar de gerugten voorge=
„nomen hebbende daar te willen overwinnen of te
§ 108: sterven, vervoegde zijn E: de Rijse, overwon eerst de
de negorij Guaus ingenomen.
Negarij Quans na dat daar uijt, onze vloot die onder
de Bentings lag, het eerste beschaten was, en terzelver
tijd dat den voormelde Keffings Capitain met den orang„
„kaij quaus /:welke laatste in deze zijn Hoofd Negorij
niet derft verscheinen:/ zig bij den Gouverneur bevonden;
vervolgens zijn op de beede van gemelde Orangkaij quaus,
bogeenige ben Regent togjden
onderhorige Dorpfes vershoond.
zijn wel gezinde ondergestelde Dorpjes, Soeroe, Ketta,
Nama en Salagoer verschoond, maar de verder op
andere verder op Vernielt.
gelegen Negorijtjes Kiang, Artafella, Angar, en
kelaba des gouverneurs bespieders beschietende en
toeroepende dat haar sulthan de Compagnie afwag=
„tede.