Transcriptie
Conferentie alvorens met haare
enige Cerammers gehouden
zijn in de Commissie tot sobe toegeslaag
dog te kefing van der hebellen bezer
maar van de insubmnissie gekomen a
cerammer g’assisteert.
en eijndelijk spoedig door, Papjallings ontret
§127.
volgt van een kauijs vlootje
34
en hunne ontrouwe met den Rover Noekoe afswee„
„ren en nalaten, en welke zendelingen even voor het retour
der Hongij vloot eens deels door contrarie wind, en ten anderen
uijt vreese voor het Swervende Roof geboeste hier aange„
koomen zijn, hebben wij ter volvoering hunner last naCe=
„ram laten vertrecken, begelijd van de in submissie aan„
genome Ceramse Regenten, die daar toe door den
Gouverneur gerappelleert en zeer bereid willig aan dit hoofd=
Casteel opgekomen zijn, om zo doende tot de veeligheit
en hulpe voor deze het mogelijke te bezorgen, en was
het doenelijk door den eene, den andere binnen de palon
te houden; en in allen opzigten te beter het oogmerkte be
reiken, met welke Afgezanden en Regenten men alvorens.
heeft geconfereert na de Notul daar van ingelijft bij oude
Resolutie van den 23:' Februarij dezes jaars: deze gezan„
ten zijn dan ook tot Tobo toe, hoe ver zig voor heen alles
aan den Gouverneur hadde onderworpen, met een goed suc„
ces in hunne Commissie gevordert, dog vervolgens te klf=
fing aanlandende ter beraadslaging van het nodige zijn
zij aldaar door de Rebellen bezet en als ingesloten
geworden, dog hebben van de hun verzellende gesubmit„
„teerde Cerammers, den kapitain van Keffing, orangkaij
Quaus en den mede boven aangehaalden Jman Sarassa
van P=l Gisser, de vereischte trouwe adsistentie genoten en
met dezelve de Rebellen afgekeert, tot dat zeer spoedig door
twee onser Patjallings de Beschermer en de vectoria die
te Saparoua in Lading en dus meer bij der hand lagen, zijn
ontzet; terwijl wij daar op intusschen een kruijs vloot van Ja„
„paroua en Karoeko hebben afgezonden om sComp:s vrien„
„den en wel gezinde Cerammers alle hulpe te bieden, dog
de