Transcriptie
§ 160:
„deserteuw is niets te berigten.
1 165
vervaarende Bannelingen
r het schip Buijten Leven
63
§ 162:
0t.-
70
moeten te rug vreeden, mits dien deze onze gunstige
intercessie verdient.-
Onder
Ceserteurs word het niet verrisht
iets te berigten.
En als
Bannelingen ar vor
deze Provintie Schadelijke Jnlanders, zenden
wij per het schip 'T Buijten Leven na de Hoofd
plaats, Iacob Stevens gen: Orangkaij van Amaheij,
voorkomende onder § 118 Braim In lander van
Rarakit, een deugeniet en spion der boven
Cerammers na de Papoen:
Alij van Assaloeloe een opvoermaker en die reeds
vier maal uijt de ketenen zijn Bannissement
hier gevioleert heeft; en eijndelijk de manslaaf
Soedabaij, toebehoort hebbende den hier overleede
Broeder van den Rebel Noekoe, Abdul Alu=
Calib: vermeld bij P: 118
Dit een en ander hebben wij vermeent te gehoren
tot onse voorjaarse Beschrijving die wij daar mede
sluijten, uwE: Hoog Edelens uijt grond onses herten
toebiddende 'I Hemels bijzondere zegeningen,
en de verblijding over vreede, Heil in Welwaart
i: