Transcriptie
de slegte gesteldheid dier bo„
men beschreeven.
§47:
de Javase Pitten zijn verdeelt en gepori
’t gebruik der boomen zal na ’t vertrek
der scheepen door een kundig tim„
merman nagegaan werden.
§40.
den af- of toeneemder winsten uijt de
Zagoe Bosschen, hangt af van eer
schraale of ruijme Rijst markt
§46
tot de uijtbrijding deselve word niet.
onbesogt gelaten.
moogen gedraagen. alhouwel het ons niet aangenaam
kan zyn, dat Hoogst deselve daar uijt zullen ont„
waaren hoe deplorabel het met deese Boomen ge„
steld is zijnde uijt die van ’t Hoofd Casteel en van Ma„
„nipa niets naamwaardigs tot timmerhout te kappen.
Intusschen hebben wij de van Java ontfangen Jatij pit„
ten verdeelt, om gepoot te werden en zullen eerlang na
de depeche der scheepen, wanneer de handen wat: ruij
mer zijn eenkundig Timmerman afsenden om de Ja„
„tij Boschen over al eens exact op te neemen en naauw„
keurig na te gaan wat uijt deese en geene tot gebruijk
zolde kunnen gekapt worden
omtrendde
agoe Bosschen moeten wij
een lijk melding doen, dat men op den toe of afneem
der winste wijnig of geen reekening kan maken, alsoo
zulx in ’t gemeen van een schraale of ruijme Rijst
markt dependeert
Wij laten niets onbesogt, om deese Bosschen door
aanplantingen uijt te breijden en de comp: daar
door de voordeelen meer en meer te doen genieten,
het eerste kunnen uw Hoog Edelens des behaa„
„gende zien uijt ons Resolutie van den 19: Maart,
waar bij Hilas hoofd Smissaert en den Sost„
„houder te Loehoe het noodige ten ernstigste
hebben
568.
V7
ove
Tee
welker
moet
agt