Transcriptie
§130
van de Alfoeren is buijten hun
land, geen gebruijk te maken.
§139
omtrend de quijte stukken van den
over leederen koopm: Cruijpenning
heeft men niet eerder
de reeden daar van beschreeven.
aan dit Hoofd Casteel in submissie en om pardon smee„
„ken, het welk hun ook niet geweijgerd, maar gereedelijk
toegestaan is; Een blijk dat deselve thans met meerder
ernst dan voor heen om de Protextie der Comp: verlangen
uijt het hier vooren b'antwoord Patrias Extract zal uw
Hoog Edelens Consteeren dat wij oordeelen, dat 'er van
de Alfoeren geen Gebruijkt te maken is, alsoo de zelve
nooijt kunnen g'animeerd werden, om van haar land af„
„te gaan het welk den afgaand Gebieder bij ondervinding
weet, en desweegen de Heeren majores op het naauwkeurigs
gellucideert heeft.
Van den Majoor Iman Sarassa nader zullende gehan„
delt werden, moeten wij alhier ons sensibel leetweesen be„
„tuijgen, over het genoteerde weegens den overleeden koop=
„man Cruijpenning omtrend welkers slegt caracter
uw Hoog Edelens niet eerder konde berigt geven,
voor dat den Tijd ons alle zyne quijte stukken ont„
„ dekken
Want wat moeijte den eerst geteekende ook aanwende
om agter zijn vele bedrijven te koomen altoos was
denselven gedenkt en gesterkt met het goed getuijge„
„nis van de voornaamste zyner Regenten, weeten de
den schaamelen Jnlander zooddanig door list en
bedriegerijen te intimideeren, dat het alle begrip te
booven gaat, gelijk wij van agteren dog maar al
te laat bij na daglijxe ontwaaren, en dat veele
dorps
de
Ge
„f
de
„san
n
Lar