Transcriptie
Noord Cerammers het bestier voor de Regenten zorgelijk maakte, waar na gem:
Sawaijs Radja eenige soopjes genuttigd hebbende voor uijt na zijn negory vertrok„
de vloot intusschen tot op de hoogte van Roemasokat gevordert zynde Zag men
de Chaloup: Balavias welvaren voor saleman ten anker leggenen quam de
gezaghebber van de Pantjalling Delft Louirens Pieters aanboord van detor
Corre Bonoa, aan den wel Ed: Gestr: Heer Admiraal Berigtende dat hij met
zijn onder hebbende Kiel op welke alles wel en in goede ordre was geene ont„
moetingen heeft gehad sedert zijn Jongste vertrek van Manipa, en ter rhede
Sawaij voor Anker lag, latende de vloot des namiddags te vier uuren na
het gedane ziin van den Admiraal de dreggen aldaar op 7: vaam water
toetjaan, wanneer Manipas Resident Eledslein den sergeant en gepro„
gedteert Posthouder Schuts met den Radja van Saway en des laatsten
vader den ouden Radja zo meede den Jongst van Manipa herwaards gekomen
„ne orangkaij van Hatiling Latoelorij den wel Edele Gestr: Heer Admiraal
kwamen vergelukken met zijn Edele arrivement te deeser Rheede, de drie
laatste teevens berigtende dat die van Saleman Hatuwe en Passanea
bereiden geneegen waren op hoop van pardon voor derselver uijtwijkingen zig
te submitteerer, dat de voornaanste belhamels en opgeworpen Hoofden en voor„
gangersken hadden g’absenteert, zynde den orang kay van Passania Hala„
sane, den door Noekoe aangestelde Radja van Sawaij Harimauw Iman
Saleman Aripessij, kohil en Massapauw van Hatoewe; dat deese hen
eerst alle na Hatiling hadden begeeven, door den eersten of Halasane de
koppen van Gerrit tooning en drie Christen Benoers meede genomen
waren, dog na dat de Papoen Hatiling afgebrand en Massapauw met ver
„le andere geroofd en vervoerd, zij hen met den gedemoveerden orangkaij van
die Negorij bij de Rivier Sarpoelij tusschen Hateleng en Hottij nedergezet had„
den met derselver aanhang, zo dat den presente orang kai van gem: Ha„
liling Latoelorij Zig tans van volk ontbloot vond en ingevaar was van
door die uitgekene vermoord te worden: hier na eenige Liqueurtjes ge„
nuttigt hebbende vertrocken dezelve weeden na de wal, den Resident Red
stein na Zijn orangkaij, en Schuts na de Pantjalling Delft
Terwijl nog deesen avond om agt uuren van de Expeditie retourneerde den
Lieuitenant Berner aan den wel: Ed: Gestr: Heer Admiraal rapporteerende
dat hij met zijn bij hebbende magt de rivieren Kra, weijloeloe en wepeta
had