close

Metagegevens

Archiefinstelling

Nationaal Archief, Den Haag - NL-HaNA

Toegang

1.04.02 - Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

Inventarisnummer

7940

Volgnummer

0219

Reeksen

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

Deel II Kamer Zeeland

subdirectory-right

Deel II/E INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND

Voor een toelichting zie hoofdstuk 3, p. .

subdirectory-right

Deel II/E.5 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië

Van ieder kantoor zijn eerst de reeksen kopie-missiven en -rapporten met bijlagen opgenomen. Dikwijls zijn echter ook van de bijlagen aparte reeksen gevormd. Dit is weinig consequent geschied en het is daardoor mogelijk dat stukken die in zo'n reeks bijlagen ontbreken, terug te vinden zijn in de reeks kopie-missiven en -rapporten met bijlagen. Met name bij stukken van na omstreeks 1769 is dit het geval. De oorspronkelijke opzet van de administratie van de kamer Zeeland was blijkbaar de overgekomen brieven en papieren uit Indië geografisch te ordenen en in één band alleen de kopie-missiven van één zelfde kantoor op te nemen. Ook dit systeem is echter verre van consequent volgehouden. Talloze delen bevatten geheel willekeurig stukken van verschillende kantoren. Indien een band kopie-missiven uit twee of meer kantoren bevat, wordt deze band bij dat kantoor vermeld waarvan de stukken het grootste gedeelte van de band innemen, met vermelding van de missiven van andere kantoren. Verwijzing naar banden in andere reeksen vindt plaats door middel van een blanco inventarisnummer (----). Bij de rangschikking van de kantoren is afgeweken van de door de kamer toegepaste volgorde en is die uit de generale missiven van gouverneur-generaal en raden aangehouden

subdirectory-right

Deel II/E.5.05 Ambon

subdirectory-right

7903-7947, 8522 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden uit Ambon. Met bijlagen

subdirectory-right

7940 1785 juli 12 - okt. 2; dagregister hongitocht, 1784 okt. 28 - dec. 22; bijlagen, 1785 feb. 28 - sep. 15

Rechten

De scans en de transcripties op deze website zijn vrijgegeven als open data onder een CC0 publieke domein verklaring. Op de archiefbeschrijvingen (weergegeven bij de zoekresultaten en onder de knop 'i') kunnen rechten rusten. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende archiefinstelling.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

37.

/lager:/ uwel Edele Gestr: Agtb: submiste en trouwschuldige Diena„

„ren /:was getekent D:s Scheetekatte, E: L: wilke, Chi Fred:k Eleist„

„sius, en Jacob:s Gerard:s Died:k Fedder /in margine:/: Keffing

in ’s Comp:s post: D' voorsigt 6: 9ber: 1734: /lager /: P: S: en alsoo wij

in ’t aller minste hebben occatjie gehad, en vaartuijg aan uwel Edele

Gestr: agtb: over tesenden, hebben wi de verklarings na Banda over„

gemaakt en dewijl dat extraord: geval nu tans is voor handen geko„

men van een sendeling te zien van Saparoua matige wy de vrij„

heid deese aan hem aftegeven.

Met gemelde Bode Pieter Hitarisa kwamen ook aan boord van de

Corre Corre Bonoa den orangkaij van quaus Kanna Kanna, de

Radjas van Kellewaroe en Kelleloehoe Lebefalit en Paij maan, de Ca„

pitainen van Guaij en Killetaij gen:t Kodar en Abdul, voorts van Goram

den Radja van Amar en pretendent Katalokat, Pande en Bessij„

den orangkai van ondor in name Balian alle met der derselver

oudstens, die haar Eerbiedig Compliment afgelegt hebbende te kenne

gave dat den orangkai van keuakat Pattij Ambon mede van Goram

niet konde verscheenen vermits den zelven naar Banda ten handel

was vertrokken. voorts op het ootmoedigsten kragtigst betuigende

derselver oprigte welmeenentheid om d’ E: Comp: bij aanhoudentheid te

blijven aankleeven, en kanna kanna het woord opvattende versee„

„kerde den wel Edelen Gestr: Heer Admiraal dat de gesamentlijke volke„

ren zo onder waroe als Rarakit gehoorende met berouw en leedwee„

sen over derselver afwijkingen aangedaan in hun negoryen present

gebleeven waren om met de komst der Hongij pardon te versoeken,

dog dat den orangkay van waroe sedert de Jongste Hongij overleeden

was.

wijders dat hij kanna kanna ingevolge de bij zijn jongste aanwee„

„sen te Amboina van den wel Ed: Gestr Heer Admiraal bekome ordre,

reeds