Transcriptie
„de
l„
Donderdag
39
nuttigende voorts met zijn meede gebragt geselschap Eenige glaasjes
soete wijn vertrocke naar haar vaartuijgen die maar vier ingetal waren
Jntusschen de negorij waroe naderende zag men van daar het strand
op verscheede plaatsen met vuuren en ligten versiert, scheppende en Zei„
„lende de vloot voort tot dat men des Nagts of
den 18 November om Een uur op ’t gewone zein de dreggen voor die Nego„
ri op 7: v=m stek grond liet toegaan wanneer des 's morgens om seven uu„
ren weeder aanboord van de Corlorre Bonoa kwam den orangkaij van
quaus Kanna Kanna met de hier vooren genoemde Ceratnse en Gorame
se Regenten en Capitainen, aan den wel Edele Gestr: Heer Admiraal an„
„dermaal betuygende derselver leedweesen van door den Bandasbur
„ger Fedder in hun goed voorneemen te zijn verhindert geworden,
om met de Jonken en volk van derselver naburige Negoryjen gesament
„lijk bij zijn Edele te verschijnen en hommagle te doen, mitsg=s van
dienst re zijn, daar en tegen nogtans verblijd zijnde dat hun nog
de geleegendheid eenigsints gedient had om hier te kunnen komen
verzeekering doen, gelijk zij alle ook deesen van de Ecomp: en zijn
vol
Edele Gestr steed te zullen aankleeven, voegende kanna kanna daar
bij dat hij geduurende des Edel Heer admiraals bestier zig nog nun
„mer aan ongehoorsaam of Trouwloosheid had schuldig gemaakt.
en ook al ware 't ten koste van zijn leeven nimmer de EComp: nog
Edelen Heer Admiraal verlaten soude.
Met gewaagde kanna kanna ook aanboord gekomen zijnde
Tjill, Pattij, zoon van een voormalige Regent van waeroe gent
saryat neevens zijn moeder in name Boij lama den Capitain
Magoan, den Jman Radja Mimi en oudstend Kamar en Sa„
koeman deeze deese zo voor hen zelfs, als voor derselver onderhoorige
op het kragtigste de betuijging, dat zy meer dan al te wel door de erlangde
kastijdingen nog Jongst in A: p:s gevoeld en bij ondervinding geleerd hadden,
hoe dwaaslijk zy hadden gehandelt met van de EComp:s aftewijken, en
den bedrieglijke en schelmsen rebel Noekoe door hun ligt gelovigheid
na te volgen, tevens daar over hun berouw en leedweesen betoonende
deeden