Transcriptie
47
het goede getuijgenis dat Kanna Kanna en andere van denzelven kwaa„
„men te geeven, en voorts het eenparig versoek der oudstens en gemeene vol„
keren van Rarakit, met den Hongij Raad goed vond gewaagde Argaij van
zijn Regentschap te ontzette en op gem: Moharadja tot orangkaij te ver„
kiesen en aantestellen, gelijk ook teevens tot Capitains van kellimooij en Trooij
aangesteld wierde de voorgedragene Maijnali en Ismael en gevexte Hoofde met:
haare mindere daar op plegtiglijk den Eed van Trouwe en gehoorsaamheid op den
alcoran gepresteerd hebbende, wierd den orangkaij en Capit=n met actens hunner
waardigheid vereert en Eerst gem: de Comp:s Rotting van de afgesettene ter
hand gesteld, waar na dezelve alle wel vergenoegd onder betoning van groo„
te blijdschap en erkentenis op verkreegen verloff na Land vertrecken, blijven,
Erd
de de vloot hier nog g’ankert leggen tot.
„e
Zaturdag den 20. November van neer alle de hier voor en genoemde Regenten Capitainen
en oudstens successief na den anderen weeder aanboord verscheenen en door den
Wel Edele Gestr Heer Adiniraal onderhouden wierde over derselver verpligting
en schuldige gehoorsaamheid aan d E Comp: te sedert de aloudste lijden, haar
uijtwyking en Rebillie mitsg:s daar op gevolgde kastijdinge met Ernstige op
welking om nu eyndelijk eens afstand te doen van alle snoode en trouwloose
bedrijven, en door een welmeenende betragting van hunne gehoudenis eene
duursaame rustte soeken waar in den regent zijn ondergestelde behoorde
voor tegaan, en die het qualijk meende sonder verschoning ter straffe aan d.
EComp:s over te geeven Terwijl hij Dorpshoofd dus handelde ook aan de krag„
tigste bescherming van de Comp:s geen twijffel behoefde te trecken op al het
welke wij Reijentt antwoorde dat hij opregtelijk het een en ander inschul„
„dige overservantie soude houden daar toe een Expressie gebruikende by de Ma„
homethanen van Groote kragt gehouden om de welmeenendheid hunner ge„
zegdens te verseekeren, namelyjk, dat hij liever wielde dat hem de houden ver„
„scheurden als weder van d’EComp:s aftevallen.
Hier na den een en ander op een glaasse soete wijn onthaald zijnde, na„
„men Z: aan de Ed: Heer Admiraal tot Batoelonne uijt geleede te zullen
doen, ie
9