Transcriptie
53
van welke eene Europees al aanstonds zijn snaphaan met scherp willende
laden hem zulks door zijn Corporaal wierd belet, wordende gem soldaat
nogtans desweegen. verschoond op het getuijgens van den vendrig witke dat
denzelven een wijnig beschonken en zulks met geen kwaad voor ne„
men geschied was, overhandigende gemelde Fedder Den wel Edele
Gestrenge Heer Admiraal Een Brief aan zijn Edele g’addresseert en
geschreeven door den wel Edele Agtb: Heer Gouverneur Johan
Lebregt Seidelman en Raad van Politie te Banda de dato 11 dee„
„ser met een daar in geslooten Copia Brief gerigt Aan de Commissi„
„anten en Promterum Oosthouder op keffing luidende beide als volgt.
Aan den wel Edelen Agtb: Gestrenge Heer.
Bernardus van Sleuren,
Admiraal en veldoverste mitsgaders Gouverneur
en Directeur over de Provintie Amboina
Wel Edele Agtbare Gestr Heer
Onder aanbod der wedergade onzer Jongste van primo dezer mel„
„den wij bij deesen, dat onse naar keffing gedepecheerde gecommit„
„teerdens, door kanna kanna en verdere te zamen gerotte
schelmen, net zo vijandig d’attacqueert zijn als Fedder, alles woy
onder protext om daar toe door uwel Edele Agtb: Gestr: ge„
qualificeert te zijn, alwaar omme wij best g’oordielt hebben ons
volk bij provisie weeder van daar te ligten luid versellende Copia
brieff alzo wij tegenwoordig zo veel Manschappen en vaartuijgen
niet