close

Metagegevens

Archiefinstelling

Nationaal Archief, Den Haag - NL-HaNA

Toegang

1.04.02 - Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

Inventarisnummer

7940

Volgnummer

0250

Reeksen

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

Deel II Kamer Zeeland

subdirectory-right

Deel II/E INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND

Voor een toelichting zie hoofdstuk 3, p. .

subdirectory-right

Deel II/E.5 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië

Van ieder kantoor zijn eerst de reeksen kopie-missiven en -rapporten met bijlagen opgenomen. Dikwijls zijn echter ook van de bijlagen aparte reeksen gevormd. Dit is weinig consequent geschied en het is daardoor mogelijk dat stukken die in zo'n reeks bijlagen ontbreken, terug te vinden zijn in de reeks kopie-missiven en -rapporten met bijlagen. Met name bij stukken van na omstreeks 1769 is dit het geval. De oorspronkelijke opzet van de administratie van de kamer Zeeland was blijkbaar de overgekomen brieven en papieren uit Indië geografisch te ordenen en in één band alleen de kopie-missiven van één zelfde kantoor op te nemen. Ook dit systeem is echter verre van consequent volgehouden. Talloze delen bevatten geheel willekeurig stukken van verschillende kantoren. Indien een band kopie-missiven uit twee of meer kantoren bevat, wordt deze band bij dat kantoor vermeld waarvan de stukken het grootste gedeelte van de band innemen, met vermelding van de missiven van andere kantoren. Verwijzing naar banden in andere reeksen vindt plaats door middel van een blanco inventarisnummer (----). Bij de rangschikking van de kantoren is afgeweken van de door de kamer toegepaste volgorde en is die uit de generale missiven van gouverneur-generaal en raden aangehouden

subdirectory-right

Deel II/E.5.05 Ambon

subdirectory-right

7903-7947, 8522 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden uit Ambon. Met bijlagen

subdirectory-right

7940 1785 juli 12 - okt. 2; dagregister hongitocht, 1784 okt. 28 - dec. 22; bijlagen, 1785 feb. 28 - sep. 15

Rechten

De scans en de transcripties op deze website zijn vrijgegeven als open data onder een CC0 publieke domein verklaring. Op de archiefbeschrijvingen (weergegeven bij de zoekresultaten en onder de knop 'i') kunnen rechten rusten. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende archiefinstelling.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

en gehugten Guaij kellitaij Kelliloehoe kottabanden en Kelliba„

roea afte branden mitsgs:s te slegten voorts in de laatste attac„

que op die van Guaus den vendrig witke had misleid net ter

zegjgen dat zig in die benting slegts vijf â ses Man bevon„

„den, daar er nogtans een groote troep volk wel gewapend hen

defendeerde en mits welke zij daar aangewaagden dan ook met

verlies van Een Militair schandelijk hebben moeten retireeren, en

Laatstelijk waar om hij Tedder haar Commissianten onkundig

gelaten had napens de bedrijven van den orangkaij Gisser Maba

en denzelven als een 'scomp:s vriend in hun geselschap had ge„

bragt, daar zij andersints geleegendheid genoeg gehad zouden

hebben hem in verseekering te neemen met aanhaling, dat

Maaba aan hem Fjedder present had gedaan Een vier pon„

„der ijser Canon en Een Salaijereese slaaf al ’t welke Fedder

met stilswijgen beantwoorde alles omstandiger te zien bij de

daar van gehouden en onder de Bijlagen deeses te vindene

Notul van heedigen datum.

vertrekkende voorts den Hongij Fiscaal Leden en secret:s met

de Bandase Commissianten na bekoming van nadere Last

om speciaal ondersoek te doen na de moordenaar van den

soldaat Corbus en de geene die deszelfs lijk mishandelt

hebben weder na Land, om der selver Commissie te volvoeren

werwaards Fjedder ook gebragt wierd, vindende het dive sie

Militairen aldaar gelyk vooren in de wapenen, en ook de

door den Boode der Land Raad geroepen persoonen tot het o„

„dersoek van zaken vereischt wordende.

Terwijl den wel Edele Gestr: Heer Admiraal intusschen

hoe wel nog onpasselijk zijnde zig bezig hield met den Jman

Sarassa te ondervragen, en waare het mogelijk hem tot

belijdenis