Transcriptie
mitsg:s mij aangewreevene beschuldiginge, diene ik daar op dat
uwel Edele Agtb: het eerste aan het onberaden doen en slegt:
huishouden van desselfs Posthouder te danken heeft, en waarom
ik mij sonder een voor afgaand onseijdig en nauwkerig ondersoek
tot ’t tweede de straf oeffening, 't geens ook bereeds door Tedder ge„
werkt stelligd was niet heb mogen laten vinden
Het ondersoek dan aan den Hongij Fiscaal en twee Leeden ten
overstaan van uw: wel Ed: Agtb: Commissianten opgedragen
hebbende, zo is evident gebleeken dat Fjedder in steede van de
keffingers en die van hare vrienden te beschermen, de onder„
„linge twist van hunne Parthij de berugte Gissersorangkaij
Maba ook Cobiaij genaamt, en Iman Sacassa Zig heeft
aangetrocken en zelfs aanvanger van de vijandelijkheeden is
geweest vervolgens dat die van Guaus niet anders dan defen„
„sief hebben g’ageert.
Deklaare bewijsen daar gevonden zijnde hoe Fedder zelfs
teegen de Raaden vermaninge van uwel Edele: Agtb: Com„
„missianten of mijne aankomst te wille afwagten, de
Negorijen en Bentings van de hem tegenstand gebodene
volkeren als kellibaroua, Gaaij, Kellitaij, kelliloehoe en kot„
tabandan vernield, en tot de grond toe geraseerd hadde, is
wijder ondersoek gedaan na de gene die den geblesseerden
Europees Militair verder afgemaakt en meshandelt hieft,
dezelve g’apprehendeert en op zijne Confessie ter plaatse van
het geperpelreert delict de kop voor de voeten gelegt.
De mij aangewreevene beschuldiging dat ik Fedders
Hoofd gevordert en daar op Hondert Ducatons soude gesteld
hebben, is hem Fedder door de getuige waar op hij Zig be„
rier in facre tegen gesproken, en den zelventstaande ge„
houden dat hij zelver de vertelder dien volgende ook
de