Transcriptie
Vrydad den.
en in A:o p:s door den Bandas burger Cos geroofde Papie Kalwauw,
onlangs aan Iman Sarassa ter voortschikking na zijn Land te
Ambon afgegeeven, dewelke door den Edelen Heer Admiraal gevraagd
zijnde na de reedenen waarom hij niet vertrocken was: voorwen„
„de met zijn makkers door tegenwind de reise niet te hebben kon„
„nen halen en dus tot een nader bequame geleegendheid alhier verblee„
„ven was. Terwijl gemelde orangkaij door den Edelen Heer Admi„
„vaal ernstig vermaand en tevens ook aangemoedigt wierd tot eene
getrouwe aankleeving aan de EComp:s het welk hy beloofde op zijn
in A=o p:s gedaane Eed te zulle nakomen, en ook in agt te zulle nee„
„men het door zyn Edele hem nader in nadruckelijke termen
voorgehouden wordende, waar na hem op zijn versoek een Pas
naar Ambon is verleend, en hij op eenigi glaasjes morgen drank
geregaleert zijnde na verkreegen verloff weeder na Land vertrok
Deesen namiddag niets gepasseerd zijnde wierd met zous ondergang
van de Corlorre Bonoa Leën gedaan, daar op door de vloot An„
„ker geligt en de Coers met Zeilen en scheppen voortgezet na Batoelomie„
komende nog deesen avond per Jonken bij de Admiraals Corcorre den
Radja van kellemoerij en orangkaij Ceijlor met den kapitain van
Kellibon, verseld van der selver oudstens dog vermits het reedslaat in
den avond was wierden deselve niet aan boord gelaten maar aange„
zegd op morgen weeder te komen de vloot om half neegen uuren voor
Batoelomie gekomen zijnde het op het gewoone zun de dreggen toe„
„gaan op vier vaam schoone Grond, blijvende dus geankert leggen tot
26: November, met zons opgang zag men de bij de vloot gehoorende
Chaloupen en Pantjallings in ze, eeren over half seven uuren
kwamen per Jonke aanboord de voren gewaagde Regenten van kel„
„limoeri en Ceijlor, met den kapitain van Kellebon, den Edelen
Heer Romwaal op ’t humbelst Complimenteerende in der selver
hommagie