Transcriptie
Admiraal een voor een afgevraagd of die Leverantie van oude tijden
heeft plaats gehad, en door dezelve eenparig verklaard van Ja, dog op
de nader aanhen gedane vrage waarom de meeste hen daar toe on
willig betoonden: geene voldoende reedenen inbragten en maar al te
klaare blijken van derselven stijfhoofdige onwilligheid gaven, wierd ee
„sloten dezelve niet alleen te ordonneeren die leeverantie naamdelijks
prompt te voldoen, maar ook hen op te leggen een pecunieele amende
van vijf Rijxd:s ieder prive beurse in den armbus alhier te four nee„
„ren, met qualificatie op het Hoofd Beth om de geene die, die boete niet
betalen in ’t fortres Duursteede in Arrest te zetten tot datse daar
aan voldaan zullen hebben; voorts de geene die verder nalatig blij„
ven of hen onwillig betonen tot de voormelde leeverantie direct n
arrest na Amboi te zenden ter verdere desisie.
vervolgens gesproken zijnde over den staat der Kerken van de respee
„tive Negoryjen van Saparoua en Nussalaut, betuigde het Hoofd Beth ende
Regenten dat die gebouwen alle in een goede staat waren, behalven
die der vier negorijen te Hatuang en die van Ameth welke vernieuwd
dog nog onvoltooijd stonden; weshalven den Edele Heer Admiraal
als nu nader renoveerde de reeds voor lang daar op gestelde Boete van
Een Hondert zilvere gecastelde Ducatons voor de geene die daar
in verder traagheid betoonden met de kerken onvoltooijd te laten,
de helft voor de Diaconij Armen ende weder helft voor ’t Leprosen
Huis ten Eijlande Molanen te verdeelen, dog die van Hatuano en
Ameth nog ses maanden respijt hetde volbooijing hunner Godshuisen
te verleenen.
Alverder wierd door den Edelen Heer Admiraal de vergadering ver„
„toond, hoe dat zijn Edele tot groote ergernis van tijd tot tijd is teroo
ren gekomen en eindelijk op ’t zeekert Berigt, dat in ’t Generaal
onder de meeste Regenten dog bysonder die welke onder dit Comp
„toir