Transcriptie
127
van ’t gestoelte binnen de Maleide kerk te Amboina, alle het welke
de voormelde Regenten beloofden en gewillig aannaamen prompt
te zullen nakomen en voldoen gelijk hen door den Raad zulxook
wierd g’ordonneerd.
De Regenten van Pelauw en Hoelalieuw wierden tans ook door
den Edelen Heer Admiraal onderhouden en vermaand de door
het Hoofd Blondeel uitgeschoten penningen in voldoening van de
Reekening van gerandsoeneerde Amboineesen aan zijn E: ten
spoedigsten te voldoen op dat door lange vertraging en verloop
van Jntressen hun Negorijs volkeren niet beswaard en gedrukt
worden, welke restitutie hen door den Raad dan ook opgelegd wierd
en zij bereidwillig aannamen daar voor te zullen zorgen. —
vervolgens wierd door het Hoofd Blondeel te kennen gegeeven,
dat de Regenten niet compleet voldeeden aan het bepaalde
contingent kalk ten bedrage van een half Last ieder sjaars tot repara„
„tie en onderhouding van ’s Comp:s fortificatien en gebouwen alhier
weshalven dezelve /: zulx ook avaneerende./. gelast wierden als nog
hun agterstallen ten spoedigste te voldoen sub pane van twee du„
catons in de Armbus alhier privebeurse te voldoen.
Wordende op de propositie van den Edelen Heer Admivaal mits
het op handen zijnde allersoberst Nagul gewas en de swakheid
der Negorijs volkeren om derzelver Negorijen gaade te slaan tegen
eenige aanvallen van rovers of andere vijanden, goedgevonden en
verstaan de Negorijen van dit district wel van het truijssen te Ex„
cusseeren, dog de Regenten tevens op ’t ernstigste te recomman„
deeren gelijk ter stond ook geschiede, om der zelve Cruijsorem„
baaijen geduurig in gereedheid te houden, ten einde wanneer
zulx vereischt en aangezeijt word, dezelve terstond zee konnen
kiesen 't: welk door de Regenten in dank wierd aangenomen.
En voorts door den Edelen Heer Admiraal het Hoofd Blondeel
gedemandeerd