Transcriptie
131
toezigtens te stellen als aan het ware oogmerk t best zullen kon„
nen voldoen.
waar en teegen goedgevonden is voor ditma al de van dit Comp„
„toir anders te doene kleine Hongij te excuseeren.
Den Edelen Heer Admiraal bij eigen bezigtiging de kerk alhier
zer zindelijk bevonden, dog teevens ontwaard hebbende dat die
van geen zolder voorsien was, en dat het branden van Dammers
in dezelve bij de verrigting van den Godsdienst bij avond zeer scha„
delijk is door de dikke damp die dat Ligt van zig afwerpt, waar
door dan ook alles in korden tijd geheel swart word: Js op de propo„
sitie van zijn Edele goedgevonden het Hoofd Smissaert te qua„
„lificeere dat Gods Huis van een Zolder te laten voorsien, voorts
ten dienste van ’t zelve in te kopen Twee hang Lanthaarns
en Een kopere Lamp, mitsgaders maandelijks vier kannen
olij van Clappus tegens agt stuivers de kan en het kostende
van diens te ligten en af te betalen uit de Arm=middelen van dit
Comptoir, welke volgens een aloud gebruik tot reparatien &=a
van de kerk gebeesigt worden.
Het Hoofd Smissaert ook te kennen geevende dat de Negorijen
Lima en leijth gewoon waren geweest 's opperhoofds orembaij
zo tot het doen der kleine Hongij als anderlints te bemannen
met sestig koppen Massenaijers of scheppers dog dat reeds al
verscheide maal en hij het nodige volk niet had konnen be„
komen vermits de hoofden der gemelde twee Negorijen dersel„
vergebrek aan volk duidelijk hadden vertoond tevens te kennen
geevende dat de Negorij Mamala dubbeldruijmer van volk voor„
„sien zijnde vrij minderen lasten te dragen had, zo is goedge„
vonden en verstaan de volgende bepaling voortaan te doen stand
grijpen te weeten dat tot het bemhannen van 's opper hoofdsorem„
„daij Mamala, leijth en negorij Lima ieder Twintig koppen
zullen moeten leeveren
Eindelijk