Transcriptie
den vertier den vertier
in 5: Jaaren in ’t boek
door den Iaar de
anderen A:o 178 /5.
rd„ 450:
18:
p„s 638:1:„
132:
„
65:
p
3:„
2: „
kan: 2629:„
833:„
„
2163:„
692:
lb: 18066½. 3726: 4:
p:
90:„
5: -
64:
178
4:
„ 234½:
4:½.
—:„
699½.
„
2204:—:
„
131:„
557:.
61:
„ 2050:„ 614:„
208 ½.
„
33½:
583.
60:
—:
„
vel 103.
16:„
kann: 13437¾: 2817:
1927
198
Last 205 lb 3000: 3803000.
Coij„ 10: „
2: „
br: 144:- 49: bb:
vellen
—„
Restant
onder
Primo
dezes
2227: p:
408:„
367: b:
738: „
4:
—
288:
82: —„
116:
4:—
2297½: k:
1005
4723000:
128:/4 lb:
Eijsch:
voor
anno
1786:
400:
lb
krijth tot gebruijk bij de Timmerl:, Cuijpers en voor de buijten
Comptoiren
—
p:s
3000:
Extrecquen van 16: d=m voor ’t Gouvernement en amiere secretarij
op ’t blok bij ’t plan gem:t n:o 14:
300: „
Brand Emmers ledere
Van Iava
1:
Barcq van 2: Masten met een lastpoort voorsien, in steede van
de na Batavia vertrockene Chialoup de Batavier
4:„
p:s
Tollen over lang 20: voeten
k
600:
Iarck olijp
600:- „
Olij Terra of aard olij
20: picol
Ooffij Boonen
50: p
swalpen van 3: tot 6: d=m lang 22: v=m
20:-:
Balken Lang 30: v=m en d:t 12: â 13: d„m -
80: „
„
= „ 24: „ „ „ 10: „ 12: „
_
20:
„
30: „ „ „ 8: „ 10: „ - -
30:
_=o
„
20: „ „ „
7: „ 8: „
benoodigt tot goe„
60:
„
Muurplaten lang 20: â 22: v=m en d:t 3: d=m
„vernement -
100
„
Moole planken van 1½. d=m
1000
1:
„
100:
Tonne planken
o1
500„
Iatij Legger duijgen tot ’t maken en repareeren
van vaat werken Etc:a
p:s
400:
Tinkamse planken groote tot ’t vervlakken der vaartuij„
400:
_=o
kleene „gen als andersints benodigt.
100:
„
Pandjang Limas tot wind boomen voor de kaapstanders
en tot schijven nagels, dolle Etc=a
15: villen geel halfs Leer Iavas
18: bierp: olij van klappus
500: Coij:s Rijst; onder dit Restant 1073000: last uit de zilvere Leeuw ongemeen slagte stoffig.
2:: Coij:s witte tafel Rijst,
50: - bhalen Cattoene Gaeren dispensz=t
65: „ vellen koebeesten of zo genaamd bruin leer tot ’t repareeren der
blaasbalgen zo van de smitswinkel als die der wapenkamer.
Manschappen.
100:- kopp: Europeese Militairen
2: - „ stuurlieden voor de kleine vaartuijgen hoog benodigt
40:-. „ Europeese Mattroosen
3:- „ Grofsmeeden ’t bestaan der affuyten kundig
2: „ „ slotemakers
1:- kop Rademakers dat werk volkomen kundig.
1:- „ kooper slager hoog benoodigt,
4:-: „ Metzelaars, hun Ambagt verstaande.
Wij.
de R
d
ise
toe