Transcriptie
§ 373:
den uitvoer van kopere duijten
§ 374:
tot ongerief van den inlander
bij billet verboden
onder do
Sela Zaaken bevrijmoedigen wij ons
uw Hoog Edelens eerbiedig te bedeele
hoe den eerstgeteekende in het zeekers onderrigt
geworden is, dat einige der hier aangeweest zijnde Maccassaarse har
„del vaartuijgen, de in deese Provintie vouilleerende koopere duy
ten„s wisselden met voorneemen om dezelve uijt tevoegen, tot
merkelijk ongerief van den schamelen inlander, die
sig buijten die muntspecien beswaarlijk hebden
kan, hier van ten eersten aan de vergavering ken
„nisse heeft gegeeven.
Wij hebben dierhalven op den voorstel van
den Gouverneur ter onser Sitting van den
2: Junij, uit aanmerking dat de in deesen Jaar
aangebragte geringe quantiteijt duijten, aller no„
saakelijkst alhier diende aangehouden te worden,
wil men niet blood gesteld zijn aan murmureeringen
onder den Jnlander gelijk sulx meer maalen geschied
is :/ en principaal bij de afbetaaling hunner Nagul gelder
geen beeter middel weeten uit te denken, dan den uijt
voek van d„o mintspecien bij een Advertissement
te verbieden
De
d:s 1850: 0p
„teerd
rsoek om har
grote Geld
opgenomen
Colicitatie
eflexie op
rd:s 12000.
Waartoed
zal zijn
angetoond
Bereeken