Transcriptie
57
dien Regent, van welk laatste sommige derselve bij de
door den eerstgeteekende op den 23: Junij 2S: gehoudene
Conferentie met de Jnlandsche Regenten, op hunne
in vergadering gebleeken
ontbloots Lichaamen de versche blijken der ontfan„
„gene slagen, op de overtuijgendste wijse vertoond heb„
ben.
Beij herhaalde naauwkeurigd ondersoekingen, be„
§ 519:
„vonden wij de poincten van accusatien dier menschen
allesints met de waarheijd te quadeeren, waar teegen
de ingebragte verschooningen en onkentenissen van dien
e klagten der dorpelingen zijn
Regent, veel te swak en ongegrond zijn, om hem daar
gegrond bevonden
van vrij te kennen.
ooedeeoor
5520:
Daar boven dien nog accedeeren de algemeene
ad versie
aecrasie
van het gantsche Negorijs volk, teegens hem Pa„
niel de Costa en zyn zoon, den in Julij 1785: aan„
gesteeden Marcus Arigola de Costa, als Eer
ekende warsheid dier onder„
„zaten
„soonen welke niet uijt hunne Negorij, maar
van Foelij herkomstig zijn, en principaal de eerste
wien bevoorens of in A:o 1770. om sijne in de Negorij
Lillebooij bedreevene en veldaaden en veratien gantsch
niet op de reputatieuste wijse als Regent van
daar is ontslaagen geworden.
Den anderen daar men nu het opgegeevene door de
Negorijs