closeTerug naar inventaris

Transcriptie

eijde

168

naamer vertooning moest opgeleevert hebben Ed: wenscht met ons

op het hartelijkst, na gunstiger zijden dan de presenten

582:

Intusschen sijn wij gehouden onse dankzegging afte leggen, voor

dankzegging voor het verleend remis

aan denzelven.

het door uw Hoog Edelens gunstig verleent remes, aan

gem: Limdjoeko waar van wij denzelven hebben laaten profiteeren,

583:

Agterstallen Ren en etge vaen serpaen„

Agterstallen van gerandzoeneerdens

vorderen egter de aanhaaling, dat men op de vereevening derzelve.

seeds attent is.

§84.

Dit komt in ’t bijzonder voor, bij onse Resol: van den 28:

uijt het te voorenstaen de fonde tot

ƒ1907:8 heeft men de Bourose in min

„dering latenstrekken.

September A p=o Waar bij men de agterstallen van Saparoua,

Hila, Aaroeko en Manipa uijt het te vooren staande fonds

der gerandcoeneerde Amboineesen, met ƒ1907: 8: vereevendheeft,

en nog een gedeelts der Bourosd inmindering heeft laten strekken;

zoo dat wij hoopen dit eer lang op een effen voet te brengen.

585: Mits de gestaakte inlossing ondervind men, dat de Cerammers merkelijk

nu de inlossing gestaakt is brengd den

Ceramier geen geroofde Mensten meer

vertragen, in den aanbreng van geroofde menschen een bewijs dat voor heen

bij de intuijling derzelve van de Papoen daar bij voordeel gevir„

den hebben.

onder