Transcriptie
197
Piel/ die ons vertoonde zijne geledene schaade, door een swaare
lecagie op de herwaards kijse, meer andere: ongelukken en zijne
Vrugteloos ondernoomen rijse ver Banda:/ hebben wij vergunt,
tot redres van zijn verlies, van hier over Maccasser na Java
accasser te mogen aangieren
te mogen te vourneesen.
De
§ 249:
Inlandse Zaaken doerons
betuijgen, dat UW. Hoog Edelens g’eerde order door den
Eerst geteekende steeds in ’t oog werd gehouden en in voldoe„
dat de Alfoereesen op het vriendelijkste ning daar aan zijn de Alphoeren, op de Jongst gehoudene
behandeld worden.
Fanivie te Paumahoe, op het vriendelijkste behandelt
en op het nauwste aan de maatschappij verbonden; gelijk zulx
komt onder Hongij zaken voor
onder het verslag der Hongij nader zal voorkoomen.
Den Eerst geteekende is volkomen van begrip dat de Lagste
de zagtste middalen zijn debeste voor
die bergboeren.
middelen boven de vigoureuste te prefereeren zijn indien het
gedrag der Cerammers geene aanleiding heeft, om dezelve
te werkstelligen en ingeval zulx den nood vereijschte zal men
altoos bedagt zijn, de straf oeffeninge zodanig te schikken, dat
dezelve niet tot presusitie van de Bandase previntie of Jngesee„
tenen strekken.
§250: Onder de aanstaande Hongij zal den eersten Teekenaar door
de verleende Amnesti zal aan den Ee
„rammer bekend gemaakt worden
uw Hoog Edelens aan de Cerammers verleende generaale
amnestij