Transcriptie
195
les„ Blondeel en Van Hamel mitsg„s het teegenwoor„
„dig Hoofd Martens, zig daar op verantwoorden: dan
zulx ten genoegen en voldoende geschied zijnde vorderen geene
eenige ingewikkelde en onbetamelijke uijt verdere omschrijven dan alleen, dat den Fiscaal van Namel
„drukkingen van den fiscaal
eenige ingewikkeldo en onbetamelijke uijtdrukkingen
in zijne verantwoording hebbende laten invloeijen, den eerst„
„geteekende desweegen voldoening gegeeven, en zijne expressien
waar hem ooldoening gegeven.
verandert heeft.
S 255:
Het laatste of des orangkaaijs ingebragte veronschuldiging
oom de meenig vuldigeklagten over gemelden
rang hgtij:
hebben wij niet satisfactoir gevonden en daar hij niet mn
staat was, zig van de aangesigte misdrijven te zuijverend, on der
haat die het volk tegens het opgevat had ook niet te stillen
is denzelven uit zijn regentschap gesteld
of te versoenen was hebben wij den orangkaij uijt zijn tegentschap
ontslagen.
§ 256: Nog heeriger en wel nadrukkelijker klagten zijn ons gedaan,
aen ander orangkaaij te soehoe afgezet
over den orangkaij van Loehoe Pattij Lima Letti weshalven
wij dien Regent afgezet en eenen Poeta Poeta Marlamoe
n getrouwer jnlander in zijn plaatsgeted in zijn steede tot orangkaij aangesteld hebben.
Op den 28:' Febr: vertoonde ons den Radja van Nussa
§257:
den radja van Crussanive heeft zijn ontslag
verzogt.
„nive Anthonij de Poijsa, dat zijne toeneemende Jaaren en
afneemende Licqhaams kragte ham het bestier over die
Negorij langs hoe moeijelijker maakten: hier bij koomende
de overschilligheid zijner enwergestelde dorpshoofden, noodzaakte
hem